Uitspraak
Onderzoek van de zaak
Tenlastelegging
hij op of omstreeks 24 september 2021 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om [slachtoffer 1] , opzettelijk van het leven te beroven, althans opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, eenmaal of meermalen met een hamer, in elk geval een hard en/of zwaar en/of scherp voorwerp, in de richting van het (achter)hoofd van voornoemde [slachtoffer 1] , heeft geslagen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
hij op of omstreeks 24 september 2021 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, zijn ex-vriendin, [slachtoffer 2] , heeft mishandeld, door eenmaal of meermalen voornoemde [slachtoffer 2] bij de arm(en) vast te pakken en/of (vervolgens) naar de grond/straat te duwen en/of (vervolgens) te slaan en/of stompen in/tegen het gezicht/hoofd, in elk geval tegen het lichaam van voornoemde [slachtoffer 2] ;
hij op of omstreeks 24 september 2021 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, [slachtoffer 2] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, door op korte afstand van voornoemde [slachtoffer 2] te gaan staan en/of (daarbij) een hamer, in elk geval een hard en/of zwaar en/of scherp voorwerp, aan voornoemde [slachtoffer 2] te tonen en/of voor te houden en/of die hamer, in elk geval een hard en/of zwaar en/of scherp voorwerp, naar achteren te bewegen, als gevolg waarvan bij voornoemde [slachtoffer 2] de indruk werd gewekt dat hij, verdachte, haar daarmee wilde slaan;
Vonnis waarvan beroep
Vrijspraak ten aanzien van het onder 2 tenlastegelegde
Bewijsoverwegingen ten aanzien van het onder 1, 3 en 4 tenlastegelegde
stillsop pagina’s 28 en 29 van het procesdossier, op het standpunt dat de rechtbank heeft miskend dat een gevecht was ontstaan tussen [slachtoffer 1] en de verdachte en dat [slachtoffer 1] met een blik Red Bull heeft geslagen op de verdachte. Hieruit volgt dat de verklaringen, inhoudende dat [slachtoffer 1] wegrende voor de verdachte, onjuist zijn, aldus de raadsman.
stills, met de verdediging, van uit dat [slachtoffer 1] met een blikje Red Bull heeft gegooid in de richting van de verdachte, maar overweegt hierbij dat uit de verklaringen in het dossier volgt dat [slachtoffer 1] dit moet hebben gedaan in reactie op de verdachte, die op dat moment met een hamer in zijn hand op hem af kwam. Dat geen van de getuigen over het gooien met het blikje heeft verklaard doet naar het oordeel van het hof geen afbreuk aan hun betrouwbaarheid. Het kan heel goed zijn dat zij dit in de hectiek van situatie zijn vergeten te vermelden.
Bewezenverklaring
hij op 24 september 2021 te Amsterdam ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om [slachtoffer 1] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen meermalen met een hamer in de richting van het hoofd van [slachtoffer 1] , heeft geslagen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
hij op 24 september 2021 te Amsterdam zijn ex-vriendin, [slachtoffer 2] heeft mishandeld door [slachtoffer 2] bij de armen vast te pakken en vervolgens te duwen en te slaan tegen het hoofd;
hij op 24 september 2021 te Amsterdam [slachtoffer 2] heeft bedreigd met zware mishandeling, door op korte afstand van [slachtoffer 2] te gaan staan en een hamer aan [slachtoffer 2] te tonen en die hamer naar achteren te bewegen, als gevolg waarvan bij [slachtoffer 2] de indruk werd gewekt dat hij, verdachte, haar daarmee wilde slaan.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straffen en maatregel
Beslag
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
3 (drie) maanden.
niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de veroordeelde zich voor het einde van een proeftijd van
1 jaaraan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt of de veroordeelde gedurende de proeftijd van 1 jaar ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit geen medewerking heeft verleend aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of geen identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage heeft aangeboden of geen medewerking heeft verleend aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclasseringsinstelling zo vaak en zolang als de reclasseringsinstelling dit noodzakelijk acht daaronder begrepen, dan wel de hierna te noemen bijzondere voorwaarden)niet heeft nageleefd.
dadelijk uitvoerbaarzijn.
taakstrafvoor de duur van
150 (honderdvijftig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
75 (vijfenzeventig) dagen hechtenis.
maatregel strekkende tot beperking van de vrijheidinhoudende dat de veroordeelde voor de duur van
2 jarenop geen enkele wijze - direct of indirect - contact zal opnemen, zoeken of hebben met
[slachtoffer 2], geboren op [geboortedag 2] 1989 en met
[slachtoffer 1], geboren op [geboortedag 3] 1998. Beveelt dat vervangende hechtenis zal worden toegepast voor het geval niet aan de maatregel wordt voldaan. De duur van deze vervangende hechtenis bedraagt 1 week voor iedere keer dat niet aan de maatregel wordt voldaan.
dadelijk uitvoerbaaris.