Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.De zaak in het kort
2.Het geding in hoger beroep
3.De eerste aanleg
4.Beoordeling
tweeinstanties; de rechtbank komt daar immers niet aan toe. Deze uitkomst is [appellant] onwelgevallig en dit is de kern van de grieven van [appellant] tegen het bestreden vonnis.
verstekvonnis (zie 3.4), met (hof)zaaknummer 200.319.742/01. Bij akte van 9 november 2022 heeft [appellant] toegelicht dat hij dit hoger beroep voor zover nodig heeft ingesteld en nog niet wist of hij de zaak zou aanbrengen. [appellant] heeft zich vervolgens gesteld op 13 december 2022. De hoger beroepszaken zijn niet op de rol gevoegd. In de rolbeslissing van 2 februari 2023 is over beide zaken beslist dat het meest praktisch is dat eerst over de ontvankelijkheid van [appellant] wordt beslist, dan wordt duidelijk in welke zaak voortgeprocedeerd moet worden en of dat bij de rechtbank of het hof dient te gebeuren.
verstekvonnis, gevolgd door antwoordakte van Allianz. Dit zal gebeuren bij separaat aan partijen toe te zenden rolbeslissing in de zaak 200.319.742/01.