ECLI:NL:GHAMS:2023:2521
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep over waarborgsom, inboedel en eindafrekening energie tussen huurder en verhuurder
In deze zaak gaat het om een hoger beroep dat is ingesteld door [appellant] tegen een vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Noord-Holland. De zaak betreft een geschil tussen [appellant], de verhuurder, en [geïntimeerde], de huurder, over de terugbetaling van een waarborgsom, de inboedel die door de huurder zou zijn meegenomen, en de eindafrekening van de energiekosten. De kantonrechter had in het eerdere vonnis geoordeeld dat [geïntimeerde] recht had op terugbetaling van de waarborgsom van € 2.000,-, evenals de buitengerechtelijke incassokosten en rente, omdat [appellant] in verzuim was geraakt. [appellant] betwistte echter dat er een waarborgsom was overeengekomen en stelde dat de betalingen die [geïntimeerde] had gedaan, betrekking hadden op een overnamesom voor de inboedel.
Tijdens het hoger beroep heeft het hof de feiten zoals vastgesteld door de kantonrechter als uitgangspunt genomen, aangezien deze niet in geschil waren. Het hof oordeelde dat de omschrijvingen bij de betalingen van [geïntimeerde] voldoende bewijs boden voor de aanwezigheid van een waarborgsom. Het hof verwierp de argumenten van [appellant] en concludeerde dat hij niet had aangetoond dat de inboedel niet was meegenomen door [geïntimeerde]. Ook de vordering van [appellant] in reconventie werd afgewezen, omdat hij onvoldoende bewijs had geleverd voor zijn stellingen. Uiteindelijk bekrachtigde het hof het vonnis van de kantonrechter en veroordeelde [appellant] in de proceskosten van het hoger beroep.