ECLI:NL:GHAMS:2023:2257
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen vonnis van de economische politierechter inzake niet tijdig openbaar maken jaarrekening door rechtspersoon
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 1 juni 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de economische politierechter in de rechtbank Noord-Holland. De verdachte, een rechtspersoon, was beschuldigd van het niet tijdig openbaar maken van de jaarrekening over het boekjaar 2018, zoals voorgeschreven in artikel 394 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek. De tenlastelegging stelde dat de jaarrekening niet uiterlijk binnen twaalf maanden na afloop van het boekjaar was gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel, wat op of omstreeks 2 november 2020 nog niet was gebeurd.
Tijdens de zitting heeft de vertegenwoordiger van de verdachte bekend dat de jaarrekening niet tijdig was gedeponeerd. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte het tenlastegelegde feit heeft begaan, maar heeft ook geconstateerd dat er geen omstandigheden zijn die de strafbaarheid van de verdachte uitsluiten. De economische politierechter had de verdachte eerder veroordeeld tot een geldboete van € 600,-. De advocaat-generaal heeft in hoger beroep een voorwaardelijke geldboete van € 600,- gevorderd.
Het hof heeft echter besloten dat, gezien de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder het is begaan, en het feit dat de rechtspersoon inmiddels is opgeheven, er geen straf of maatregel opgelegd hoeft te worden. Het hof heeft het vonnis van de economische politierechter vernietigd en de verdachte vrijgesproken van de overige tenlastegelegde feiten. Dit arrest is gewezen door de meervoudige economische kamer van het gerechtshof Amsterdam en is openbaar uitgesproken op 1 juni 2023.