In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 31 januari 2023 een herstelarrest gewezen in hoger beroep. Dit arrest betreft een administratieve misslag die was opgetreden in een eerder gewezen arrest van 10 januari 2023. De veroordeelde, geboren in 2000, was eerder veroordeeld tot een gevangenisstraf van 24 maanden, waarvan 21 maanden voorwaardelijk, en een onvoorwaardelijke taakstraf van 240 uren, die in het dictum van het eerdere arrest niet correct was opgenomen. Het hof heeft vastgesteld dat deze misslag kennelijk was en heeft besloten het dictum te herstellen. De straffen zijn gemotiveerd in de strafmaatoverwegingen van het eerdere arrest. Het hof heeft de beslissing ten aanzien van de strafoplegging hersteld en het dictum aangepast, waarbij de gevangenisstraf en de voorwaarden voor de voorwaardelijke straf zijn bevestigd. De veroordeelde moet zich houden aan diverse bijzondere voorwaarden, waaronder meldplicht bij de GGZ-reclassering en deelname aan een ambulante behandeling. Het hof heeft ook bepaald dat de tijd die de verdachte in voorarrest heeft doorgebracht, in mindering zal worden gebracht op de opgelegde gevangenisstraf. Dit herstelarrest is uitgesproken op de openbare terechtzitting van het hof.