Op 28 september 2023 heeft het Gerechtshof Amsterdam uitspraak gedaan in de strafzaak tegen de verdachte, die in hoger beroep was gegaan tegen een vonnis van de rechtbank Noord-Holland. De zaak betreft een poging tot afdreiging en heling. De verdachte en anderen zouden hebben geprobeerd om de aangever geld afhandig te maken door te dreigen met de openbaarmaking van een geheim. De aangever had via een datingsite afgesproken met een minderjarige medeverdachte, die vervolgens de autosleutel van de aangever had meegenomen en de auto had gestolen. Na de diefstal werd de aangever benaderd met de eis om een groot geldbedrag te betalen, onder dreiging van openbaarmaking van de seksuele relatie met de minderjarige. De aangever heeft echter aangifte gedaan bij de politie, die hem heeft geholpen om het contact met de verdachten voort te zetten. Uiteindelijk heeft de aangever een envelop met € 10,00 neergelegd, wat door de verdachte werd opgehaald. Het hof oordeelde dat de verdachte niet schuldig kon worden bevonden aan de afdreiging, omdat de aangever niet door de bedreiging was gedwongen tot afgifte van geld. Ook de subsidiaire tenlastelegging van heling werd verworpen, omdat niet bewezen kon worden dat het geld door misdrijf was verkregen. Het hof vernietigde het vonnis van de rechtbank en sprak de verdachte vrij van alle tenlastegelegde feiten.