Uitspraak
1.Onderzoek van de zaak
2.Tenlastelegging
(zaaksdossier 1)
(zaakdossier 2)
(zaaksdossier 9)
(zaaksdossier 8)
3.Vonnis waarvan beroep
4.Standpunten van partijen
5.Ontvankelijkheid van het openbaar ministerie ten aanzien van feit 2
6.De selectie van de bewijsmiddelen:verweren over het uitsluiten en de bruikbaarheid van bewijsmiddelen en -constructies
Op 26 oktober 2015 is de iPhone 6 nogmaals uitgelezen. Het rapport met de uitgelezen gegevens is – vanwege de hoeveelheid – digitaal ter beschikking gesteld aan het onderzoeksteam. Eind november 2015 is bij nader onderzoek onderkend dat zich tussen de gegevens geheimhoudersberichten bevonden. Op 3 december 2015 zijn deze berichten verwijderd.
andereberichten te bepleiten. Los van de vraag of een dergelijke sanctie een passende reactie zou zijn op een eventuele onrechtmatigheid, is het hof vanwege de volgende omstandigheden van oordeel dat het verweer van de raadsman niet gevolgd kan worden.
In artikel 126aa lid 2 Sv is bepaald dat gegevens die als gevolg van de toepassing van de bijzondere opsporingsbevoegdheden genoemd in Titel IVa tot en met Vc zijn verkregen, onmiddellijk worden vernietigd indien deze vallen onder het verschoningsrecht als bedoeld in artikel 218 Sv, zodat is verzekerd dat die gegevens geen deel uitmaken van de processtukken en dat daarop in het verdere verloop van het strafproces geen acht wordt geslagen. Met deze bepaling is beoogd het belang te beschermen dat eenieder de mogelijkheid heeft om een advocaat te raadplegen, vrijelijk en zonder vrees voor openbaarmaking van hetgeen aan de advocaat in diens hoedanigheid wordt toevertrouwd.
Aan de geloofwaardigheid van de gewijzigde verklaringen van 5 juli 2021 wordt bovendien afbreuk gedaan doordat [medeverdachte 1] daarin stelde zich niets te herinneren van de transporten naar Zwitserland, terwijl op basis van andere bewijsmiddelen vastgesteld kan worden dat zij deze reizen heeft gemaakt en zij eerder stelde dat dit haar eerste transporten waren geweest (waardoor het niet voor de hand ligt dat deze gebeurtenissen uit het geheugen van de getuige zijn verdwenen).
7.Vaststelling van de feiten
In de telefoon was als enige contact opgeslagen het nummer [telefoonnummer 3] (in gebruik bij [medeverdachte 4] , zie hierboven), onder de naam “ [medeverdachte 4] ”. Tevens is in deze telefoon een ongedateerd verzonden bericht aangetroffen met de tekst: “Wha you doing doggy? They got carnaval and everything upstairs man. You missin out”. Een bericht met exact dezelfde tekst komt voor op de lijst van onderschepte sms-berichten tussen het nummer [telefoonnummer 2] en [telefoonnummer 3] . Het bericht is op 15 mei 2015 om 16:51 uur verzonden.
De Clio is op 13 mei 2015 door de verdachte gehuurd bij [autoverhuur] . Op 21 mei 2015 heeft hij een pechmelding gedaan en is de auto opgehaald. Enige dagen later en zonder dat de auto door een andere huurder gebruikt was, heeft de politie de Cliotelefoon aangetroffen in het bestuurdersportier van de auto. Uit de pechmelding en zijn eigen verklaringen blijkt dat de verdachte de laatste bestuurder is geweest voordat deze werd afgevoerd vanwege de pechmelding.
“Can we do it kl.19 in Middle tomorrow?”Om 12.29 uur wordt het volgende SMS bericht verzonden van het nummer [telefoonnummer 4] aan [telefoonnummer 5] :
“Much better! Tomm kl19 mid. The earlier the better. Thight Schedule! Ses”.
De verdachte is op 4 juni 2015 naar Ibiza gereisd en op 9 juni 2015 teruggekeerd naar Nederland.
(R= [medeverdachte 4] , A= [medeverdachte 3] )
Ok, She gone holla. Wha the num be”. [medeverdachte 4] stuurde een sms-bericht met daarin “308” aan de verdachte. [medeverdachte 4] verbleef toen – als gezegd – in hotelkamer 308 van het [hotel 1] in Odense. Het hof leidt hieruit af dat [medeverdachte 4] die dag zijn kamernummer heeft doorgegeven aan de verdachte. Blijkens de camerabeelden van het hotel heeft [medeverdachte 1] die dag omstreeks 22:35 uur in kamer 308 een duwersbol aan [medeverdachte 4] overgedragen, hetgeen [medeverdachte 1] ook heeft beaamd. [medeverdachte 4] stuurde omstreeks 22:33 uur een sms-bericht naar de verdachte, inhoudende: “Klaar/gedaan, hallo “N dip”.
white peopleen
black people(vertaald: blanke en zwarte mensen) en werden diverse getallen genoemd (66, 49, 9 en 4). [medeverdachte 4] zei verder dat zijn tante morgenvroeg zou komen en dat hij met een andere vriend had afgesproken, dus ze hebben geluncht en zouden elkaar morgen weer zien, dan zouden ze weer samen gaan lunchen. De verdachte zei tegen [medeverdachte 4] vandaag om 11 uur af te spreken, zelfde plek.
[bijnaam 1] of [bijnaam 2]?” De verdachte antwoordde “
[bijnaam 1]”.
39 sort en 53 hvidhad opgeslagen (vertaald als: 39 zwart en 53 wit).
- op 28 november 2014 heeft zij een duwersbol van Nederland naar Odense vervoerd;
- op 21 december 2014 heeft zij een duwersbol van Nederland naar Odense vervoerd en deze daar bij McDonalds aan een Deense man overgedragen;
- op 12/13 februari 2015 heeft zij een duwersbol van Nederland naar Odense vervoerd en heeft de koerier [medeverdachte 12] in het [hotel 1] ontmoet en bij haar een duwersbol opgehaald; zij heeft de beide duwersbollen bij McDonalds aan twee mannen overgedragen;
- op 21 februari 2015 heeft zij een duwersbol van Nederland naar Odense vervoerd en deze daar bij McDonalds aan een man overgedragen;
- op 24 april 2015 heeft zij een duwersbol van Nederland naar Odense vervoerd en deze daar bij McDonalds aan een man overgedragen;
- op 14/15 mei 2015 heeft zij een duwersbol van Nederland naar Odense vervoerd en deze daar in het [hotel 1] aan [medeverdachte 4] overgedragen.
- op 12 februari 2015 heeft zij slikkersbollen en een duwersbol van Nederland naar Odense vervoerd en deze daar in het [hotel 1] aan [medeverdachte 1] overgedragen;
- op 15 augustus 2015 heeft zij een duwersbol en 70 slikkersbollen van Nederland naar Odense vervoerd en deze daar in het [hotel 1] aan [medeverdachte 4] overgedragen.
Voor de betrokkenheid van de verdachte acht het hof voorts nog van belang dat [medeverdachte 1] en [medeverdachte 12] beiden in Denemarken goederen hebben overdragen aan [medeverdachte 4] , terwijl [medeverdachte 4] de vaste koerier van de verdachte was en [medeverdachte 4] de bollen van [medeverdachte 12] in augustus vervolgens leverde aan personen die relaties hadden met de Deense contacten van de verdachte. Ook de verklaring van [medeverdachte 1] dat zij het kamernummer van [medeverdachte 4] in een sms van de verdachte heeft ontvangen, past in de eerdere bevindingen. Hierboven is immers vastgesteld dat de verdachte dit nummer aan [medeverdachte 4] vroeg en daarna ook daadwerkelijk heeft ontvangen. Tenslotte acht het hof opvallend dat in 2014 met één van verdachtes creditcards (pogingen tot) betalingen zijn verricht aan de [hotel 1] en het [hotel 2] in Zürich, hetgeen naadloos aansluit bij de verklaringen van [medeverdachte 1] over het boeken van de hotels.
paper, wordt door vertaler vertaald als
geld).
In die woning is in de meterkast een groot aantal rollen gekleurd tape aangetroffen, waarvan een deel was gebruikt. De met tape omwikkelde bollen die bij de op 15 augustus 2015 aangehouden Denen zijn aangetroffen hadden dezelfde kleuren. In de bij die woning behorende berging is een groot aantal voorwerpen aangetroffen, die in verband kunnen worden gebracht met het wegen en verpakken van verdovende middelen, waarbij op een aantal voorwerpen tevens cocaïne is aangetroffen.
8.Verweren over de kwalificatie van de feiten en omstandigheden
FEIT 2
9.Witwassen
op zijn minst genomengehad moet hebben. Daarbij is nog van belang dat gesteld noch gebleken is dat de verdachte geld heeft overgemaakt van zijn bankrekening naar anderen en dit geld vervolgens contant in handen heeft gekregen. Nu dit bovendien een allerminst waarschijnlijk scenario is, is het hof van oordeel dat ervan kan worden uitgegaan dat dit niet gebeurd is.
Op de bankafschriften van de verdachte is te zien dat op 3 februari 2014 een bedrag op zijn rekening is bijgeschreven dat afkomstig is van een bankrekening op naam van [betrokkene] .
Tenslotte wordt het vermoeden van witwassen versterkt door diverse WhatsApps die de verdachte heeft uitgewisseld met [medeverdachte 15] . Uit de berichten blijkt dat [medeverdachte 15] de verdachte waarschuwde dat hij het risico liep met zijn gedrag de aandacht van de autoriteiten te trekken en dat zij hem advies gaf hoe hij dit kon voorkomen. Ook blijkt uit die berichten in samenhang met de verklaring van [medeverdachte 15] dat zij van de verdachte ongebruikelijke coupures ontving (onder meer van € 500). Ook deze omstandigheid kan als een indicatie voor de herkomst van geld uit enig misdrijf worden beschouwd, nu deze coupures ongebruikelijk zijn in het dagelijks betalingsverkeer in Nederland.
Het hof is van oordeel dat het op de weg van de verdachte ligt om in ieder geval een min of meer gedetailleerde inschatting te maken van de kosten die hij per jaar had gemaakt en opbrengsten die hij had ontvangen. Tenslotte is het hof van oordeel dat voor de verifieerbaarheid van de verklaringen van de verdachte bovendien kon worden vereist een gespecifieerd overzicht te geven van de namen van de casino’s en pokersites waar hij in de ten laste gelegde periode poker heeft gespeeld. Ten aanzien van de opbrengsten én de inleg via [pokersite] kon van de verdachte bovendien verlangd worden deze gedetailleerd weer te geven, nu is gebleken dat hij daartoe simpelweg het overzicht op de website had kunnen raadplegen en hij hiervan op de hoogte was. De verdediging heeft bovendien niet gereageerd op een voorstel van de FIOD om door verstrekking van zijn inloggegevens van [pokersite] een deel van de pokerinkomsten en -uitgaven te achterhalen. Dat deze gegevens inmiddels niet meer beschikbaar zouden zijn, ligt in de risicosfeer van de verdachte.Daar komt nog bij dat de verklaring van de verdachte dat hij per jaar € 60.000 met pokeren heeft verdiend, afwijkt van zijn eerdere verklaringen in het strafrechtelijk onderzoek.
Ten overvloede overweegt het hof nog dat ook als de verdachte zou worden gevolgd in zijn verklaringen, er nog een groot bedrag aan contante uitgaven en stortingen níet gedekt wordt door de gestelde inkomsten van in totaal 72 duizend euro. Ook als de gestelde pokerinkomsten worden vergeleken met de inkomsten per jaar, worden de contante uitgaven en stortingen daarmee niet gedekt.
10.Bewezenverklaring
(zaaksdossier 1)
- die verdovende middelen geregeld en
- personen geregeld die die verdovende middelen zouden vervoeren en
- personen geregeld die naar het buitenland zouden reizen teneinde die verdovende middelen over te kunnen dragen aan de kopende partij en
- vlieg- en treintickets aangekocht in verband met het vervoer van die verdovende middelen naar het buitenland en
- afspraken gemaakt met kopers van die verdovende middelen (in het buitenland) over de verkoop van die verdovende middelen en
- gereisd naar het buitenland, teneinde de kopende partij van die verdovende middelen te ontmoeten;
- contact onderhouden met die kopers en vervoerders van die verdovende middelen.
(zaakdossier 2)
(zaaksdossier 9)
- het meermalen tezamen en in vereniging met anderen opzettelijk buiten het grondgebied van Nederland brengen van middelen vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I (art 2A Opiumwet);
- het meermalen tezamen en in vereniging met anderen opzettelijk afleveren en/of verstrekken en/of vervoeren en/of aanwezig hebben van middelen vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I (art 2B en 2C Opiumwet);
- het meermalen tezamen en in vereniging met anderen, om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijk buiten het grondgebied van Nederland brengen van een hoeveelheid cocaïne en/of heroïne, voor te bereiden en/of te bevorderen:
11.Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
12.Strafbaarheid van de verdachte
13.Oplegging van straffen
14.Toepasselijke wettelijke voorschriften
15.BESLISSING
Openbaar Ministerie (onder feit 2) niet ontvankelijkin de vervolging ten aanzien van het bedrag van
€ 32.240.
gevangenisstrafvoor de duur van
5 (vijf) jaren en 7 (zeven) maanden.