ECLI:NL:GHAMS:2023:1984
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Effectenleaseovereenkomst en vergunningplichtige advisering door tussenpersoon
In deze zaak gaat het om een effectenleaseovereenkomst die tot stand is gekomen tussen Dexia en de appellant, waarbij een tussenpersoon betrokken was. De centrale vraag is of de tussenpersoon, die niet over de vereiste vergunning beschikte, de appellant heeft geadviseerd en of Dexia hiervan op de hoogte was of had moeten zijn. De kantonrechter heeft de vordering van de appellant tot schadevergoeding afgewezen, waarna de appellant in hoger beroep is gegaan. Het hof behandelt de vordering opnieuw en overweegt dat Dexia onrechtmatig heeft gehandeld door de appellant niet te waarschuwen voor het restschuldrisico en onvoldoende onderzoek te doen naar zijn financiële positie. De appellant heeft in hoger beroep twee grieven ingediend, maar het hof oordeelt dat de grieven falen. Het hof bekrachtigt het vonnis van de kantonrechter en veroordeelt de appellant in de kosten van het geding in hoger beroep.