Uitspraak
1.De zaak in het kort
2.Het geding in hoger beroep
3.Feiten
4.De klacht
5.Beoordeling
“rond 25 juni 2018”in contact is gekomen met [Z] . Door de voormalig bestuurster van verkoopster is toen expliciet betwist dat zij al op 21 juni 2018 een overeenkomst met [Z] zou hebben gesloten. Zonder tegenbewijs moet van die verklaring worden uitgegaan. Dit tegenbewijs is door de notaris niet geleverd; ten onrechte verschuilt de notaris zich op dit punt achter zijn geheimhoudingsplicht, aldus klager.
rond25 juni 2018 nader contact tussen de bestuurster van verkoopster en [Z] zou hebben plaatsgevonden. Daarmee is niet uitgesloten dat dit op 21 juni 2018 is geweest. De notaris is destijds zelf niet direct bij de gang van zaken betrokken geweest en hij kan daarom de juistheid van de door klager aangehaalde, maar niet aangetoonde overige omstandigheden niet beoordelen.