Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het geding in hoger beroep
2.Feiten
3.Beoordeling
grief 3te bespreken. Met deze grief komt EPS op tegen het oordeel van de kantonrechter dat onvoldoende is toegelicht dat sprake is van een duurzame en ernstige verstoring, zodanig dat van EPS in redelijkheid niet kan worden gevergd de arbeidsovereenkomst te laten voortduren. EPS heeft daartoe (samengevat weergegeven) aangevoerd dat [geïntimeerde] heimelijk gesprekken met collega’s heeft opgenomen, hetgeen het vertrouwen in [geïntimeerde] ernstig heeft geschaad. Daarnaast gedraagt [geïntimeerde] zich agressief en onacceptabel tegenover derden en collega’s. Voorts kan EPS zich niet vinden in het onderscheid dat de kantonrechter aanbrengt tussen ‘gewone’ collega’s en leidinggevenden/HR-medewerkers. Ook HR-medewerkers dienen met respect te worden benaderd. [naam 2] is wel degelijk in de lijn werkzaam en staat in contact met [geïntimeerde] , aldus nog steeds EPS.
grief 1,
grief 2en
grief 4. Voor zover nodig voegt het hof hieraan toe dat het de overwegingen 7 tot en met 13 van de bestreden beschikking onderschrijft. De eisvermeerdering van EPS kan onbesproken blijven. EPS zal als de overwegend in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de proceskosten in hoger beroep.
Grief 5faalt.