ECLI:NL:GHAMS:2023:1693
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van de vordering tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel in een strafzaak
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 6 juni 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De zaak betreft een vordering van het openbaar ministerie tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel van de betrokkene, die in eerste aanleg was veroordeeld voor het aanwezig hebben van hennep en diefstal van elektriciteit. De politierechter had de betrokkene verplicht tot betaling van een bedrag van € 79.714,17 aan de Staat ter ontneming van dit voordeel. De betrokkene heeft hoger beroep ingesteld tegen deze beslissing.
Tijdens de zitting in hoger beroep op 23 mei 2023 heeft het hof de vordering van de advocaat-generaal gehoord, die een bedrag van € 81.907,17 ter ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel heeft gevorderd. De raadsman van de betrokkene heeft echter geconcludeerd tot afwijzing van deze ontnemingsvordering. Het hof heeft vastgesteld dat de betrokkene op 23 december 2018 een hennepkwekerij heeft gehad, maar er waren geen concrete aanwijzingen dat hij betrokken was bij de teelt of verkoop van de hennep. Hierdoor was niet aannemelijk dat hij wederrechtelijk voordeel had verkregen.
Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en de vordering tot ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel afgewezen. Dit arrest is uitgesproken op de openbare terechtzitting van het gerechtshof op 6 juni 2023, waarbij mr. Boumans buiten staat was om het arrest mede te ondertekenen.