Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.[appellant 1] ,
[appellante 2],
1.[geïntimeerde 1] ,
[geïntimeerde 2],
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak gaat het om een geschil tussen buren over de erfgrens en de eigendom van een strook grond. De appellanten, eigenaren van het perceel aan de [straatnaam] 51, zijn in hoger beroep gekomen tegen een vonnis van de rechtbank Noord-Holland, waarin de rechtbank heeft geoordeeld dat de geïntimeerden, eigenaren van het perceel aan de [straatnaam] 53, eigenaar zijn van de grond achter hun woning op basis van verjaring. De rechtbank heeft vastgesteld dat de kadastrale grens tussen de percelen op de kadastrale kaart is weergegeven, maar dat de feitelijke situatie anders is, waarbij de betonnen palen en het golfplaatwerk door de geïntimeerden zijn aangelegd en onderhouden. De appellanten hebben betoogd dat de erfgrens anders ligt en dat de palen scheef zijn gezakt, maar het hof oordeelt dat de palen op de feitelijke erfgrens staan en dat de geïntimeerden door verjaring eigenaar zijn geworden van de grond. Het hof heeft de vorderingen van de geïntimeerden toegewezen en de vorderingen van de appellanten afgewezen, met uitzondering van enkele onderdelen die zijn bekrachtigd. De appellanten zijn veroordeeld tot het terugbrengen van de erfafscheiding in goede staat en tot medewerking aan de inschrijving van de eigendomsverkrijging.