Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
2.De verdere beoordeling
Ik heb wel een periode van 3 tot 4 uur geslapen, en als ik slaap ben ik een vaste slaper. Ik heb op 13 mei 2019, toen ik thuiskwam geen verhuis- of bestelbusje zien staan, maar ik denk dat [appellante] haar spullen overdag, toen ik op mijn werk was, al had verhuisd in de dagen ervoor.
The room and the house were exactly as we can see in the photos and video she took before leaving. (…)
Also I saw that there were too many stuff inside her own room. De verklaring van [naam 4] dat hij tijdens een videocall zowel veel spullen als twee vrienden van [appellante] in het gehuurde heeft gezien op 14 mei 2019, komt niet overeen met hetgeen [appellante] heeft verklaard, namelijk:
[naam 1] kwam mij helpen met inpakken. (…)
Ik ben op 14 mei 2019 opgehaald door een kennis,
[naam 3] (…).
Hij is ongeveer 5 a 10 minuten binnen geweest. Hij heeft ook de kamer gezien. Hij is zelf niet binnen geweest, want dat was niet meer mogelijk vanwege de hoeveelheid spullen die er stonden.Daarbij komt dat de (tweede) verklaring van [naam 3] en de verklaring van [naam 4] haaks staan op de foto’s van [geïntimeerde] van 21 juni 2019, waarop slechts een bed, twee kastjes en wat rommel te zien is (zie ook rechtsoverweging 3.12 van het tussenarrest). Wat betreft de producties 11, 12 en 13 HB verwijst het hof naar hetgeen hiervoor in rechtsoverweging 2.3. tot en met 2.6. is overwogen.