Uitspraak
Onderzoek van de zaak
17 mei 2023 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 31 mei 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Noord-Holland, dat op 16 december 2022 was gewezen. De verdachte, geboren in 1969, had hoger beroep ingesteld tegen het vonnis waarin hij was veroordeeld voor de invoer van cocaïne op Schiphol. Tijdens de behandeling van de zaak in hoger beroep op 17 mei 2023 heeft het hof de vordering van de advocaat-generaal gehoord, die bevestiging van het vonnis waarvan beroep heeft gevorderd. Het hof heeft vastgesteld dat de behandeling in hoger beroep geen andere beschouwingen en beslissingen heeft opgeleverd dan die van de eerste rechter. Daarom heeft het hof het vonnis bevestigd, maar met de bepaling dat het bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte wordt opgeheven zodra de duur van de ondergane voorlopige hechtenis gelijk is aan de duur van de onvoorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf van 24 maanden. De uitspraak is gedaan door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof, waarin drie rechters zitting hadden, en is openbaar uitgesproken op dezelfde datum.