Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Feiten
3.Geschil in hoger beroep
4.Overwegingen van de rechtbank
voetnoot 2:Zie de wetsgeschiedenis van artikel 17, tweede lid, van de Wet WOZ.] De heffingsambtenaar moet aannemelijk maken dat hij de waarde niet te hoog heeft vastgesteld. De rechtbank moet kijken naar de waarde van de woning alsof er geen sprake is van verhuur of erfpacht, dat is bepaald in artikel 17, tweede lid, van de Wet WOZ.
De rechtbank is van oordeel dat het feit dat de heffingsambtenaar de WOZ-waarde van de woning in andere jaren na het indienen van bezwaar heeft verlaagd, niet leidt tot een andere conclusie wat betreft de WOZ-waarde van de woning voor het jaar 2015. De rechtbank overweegt daartoe dat het doel en de strekking van de Wet WOZ meebrengen dat de waardebepaling van ieder belastingjaar op zichzelf staat en aan een waardestijging van de woningmarkt en waardering uit een ander belastingjaar in beginsel geen betekenis toekomt. De WOZ-waarde moet immers elk jaar opnieuw worden vastgesteld onafhankelijk van de WOZ-waarde voor een vorig of later kalenderjaar. De rechtbank ziet overigens geen opmerkelijke ontwikkeling van de vastgestelde WOZ-waarde van de woning, gelet op de verkoopprijs in 2010 en de waarde zoals deze voor het belastingjaar 2020 is vastgesteld.”
5.Beoordeling van het geschil
6.Kosten
7.Beslissing
de Hoge Raad der Nederlanden via het webportaal van de Hoge Raad www.hogeraad.nl.
de Hoge Raad der Nederlanden (belastingkamer), postbus 20303, 2500 EH Den Haag. Alle andere personen en gemachtigden die beroepsmatig rechtsbijstand verlenen, zijn in beginsel verplicht digitaal te procederen (zie www.hogeraad.nl).
Wie niet verplicht is om digitaal te procederen, kan op vrijwillige basis digitaal procederen. Hieronder leest u hoe een cassatieberoepschrift wordt ingediend.
Een professionele gemachtigde moet altijd digitaal procederen, ongeacht voor wie de gemachtigde optreedt. Degene die op papier mag procederen en dat ook wil, kan het beroepschrift in cassatie sturen aan
de Hoge Raad der Nederlanden (belastingkamer), postbus 20303, 2500 EH Den Haag.