In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 7 april 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Amsterdam van 23 december 2021. De verdachte, geboren in 1978 en thans gedetineerd, was eerder vrijgesproken van een tenlastelegging. Het hof verklaarde de verdachte niet-ontvankelijk in het hoger beroep voor zover dit gericht was tegen de vrijspraak. Het hof heeft het vonnis van de rechtbank bevestigd, met uitzondering van de beslissingen met betrekking tot de in beslag genomen goederen, die vernietigd zijn. Het hof heeft aanvullende overwegingen gegeven in reactie op de verweren van de verdachte en zijn raadsman. De raadsman betoogde onder andere dat de opname van het kenteken van de bestelbus in het ANPR-referentiebestand onrechtmatig was, maar dit werd verworpen. Ook de klacht over de voorbarige vernietiging van de bestelauto werd afgewezen, omdat de verborgen ruimte aan de buitenkant zichtbaar was. Het hof oordeelde dat de verdachte opzettelijk cocaïne heeft vervoerd, onderbouwd door bewijs uit zijn telefoon en verklaringen van betrokkenen. De op te leggen straf is gegrond op de Opiumwet en het Wetboek van Strafrecht. Het hof heeft de in beslag genomen Samsung telefoon onttrokken aan het verkeer, terwijl de Nokia telefoon bewaard blijft voor de rechthebbende.