2.1.De rechtbank heeft de volgende feiten vastgesteld:
“
Feiten
1. In 2002 heeft [A] [B] (hierna: het café) overgenomen van zijn voormalige werkgever. Het café is gevestigd in [Z] . Eiser is stamgast van het café.
2. Op enig moment is [A] met het café in financiële moeilijkheden komen te verkeren. Naar aanleiding hiervan zijn eiser en [A] op 29 oktober 2007 een kredietovereenkomst overeengekomen (hierna: de Kredietovereenkomst). In de Kredietovereenkomst is (voor zover relevant) het volgende opgenomen:
“(…)
IN AANMERKING NEMENDE:
dat [eiser] bereid is aan [A] een krediet/geldlening in rekening-courant te verstrekken tot een maximum bedrag van € 100.000,-- tegen een door [A] te stellen zekerheid door middel van verpanding van hierna te noemen huidige en toekomstige vorderingen;
(…)
Artikel 1
[Eiser] verleent bij deze aan [A] , die zulks aanvaardt, ten behoeve van diens bedrijf zijnde [het café] een krediet/geldlening in rekening-courant van maximum € 100.000,-- tegen een rente gelijk aan de terzake een aan [eiser] door de ABN-Amro Bank verstrekte lening in rekening courant.
(…)”
3. In een door eiser aan [A] verstrekt overzicht met dagtekening 15 januari 2011 is (voor zover relevant) het volgende opgenomen:
“(…)
Hierbij doe ik je een opgave van het totale saldo van de leningen overeenkomstig onze geldleningsovereenkomsten van 29 oktober 2007 en 30 augustus 2010 per 31 december 2010.
Saldo 2009 € 82.099,84
Saldo ABN Amrobank (toename) - 55,94
Opname ABN Amro 2010 - 12.000,--
Opname ING 2010 - 35.000,--
Totaal € 129.155,78
(…)”
4. Op 18 mei 2010 bedroegen de loon- en omzetbelastingschulden van [A] € 136.416 (exclusief kosten van € 8.075). Om deze schulden te voldoen heeft [C] (tevens stamgast van het café) een bedrag van € 150.000 geleend aan [A] onder borgstelling (met dagtekening 30 augustus 2010) van eiser ten behoeve van [C] (hierna: de Borgstelling [C] ). De borgstellingsakte luidt, voor zover van belang:
“
BORGSTELLING
De ondergetekende, [eiser], (…) verklaart hierbij, (…) zich ten behoeve van: (…) [C] (…) te stellen tot borg voor (…) [A] , (…), zulks tot meerdere zekerheid voor de richtige nakoming door laatstgenoemde jegens de gewaarborgde van al datgene, tot betaling waarvan de hoofdschuldenaar verplicht is voor hoofdsom, rente en kosten terzake van een geldlening groot € 150.000,--.
(…)
Deze borgtocht wordt gesteld zonder enigerlei prejudicie (ook niet ten aanzien van enige wettelijke beperking van aansprakelijkheid) en tot een maximum bedrag van € 150.000,--.
(…)”
5. Op 30 augustus 2010 zijn eiser en [A] het volgende overeengekomen (hierna: de Intentieverklaring):
“INTENTIEVERKLARING/VOOROVEREENKOMST
(…)
VERKLAREN
Partijen hebben d.d. 29 oktober 2007 een geldlening/kredietovereenkomst gesloten voor een bedrag van € 100.000,--;
Op 30 augustus 2010 hebben partijen een aanvullende overeenkomst gesloten waarbij het krediet/geldlening in rekening-courant is verhoogd tot € 250.000,--;
(…)
Partijen hebben, nadat de procedures tussen [A] en [D] BV zijn afgewikkeld, het voornemen een overeenkomst te sluiten met betrekking tot de bedrijfsvoering van [B] in de vorm van een commanditaire vennootschap waarbij [A] beherend vennoot zal zijn en [eiser] commanditaire vennoot;
De beslissing tot het aangaan van een commanditaire vennootschap berust bij [eiser]. De financiële inbreng van [eiser] zal door hem worden bepaald maar niet meer bedragen dan het door [A] terzake de geldleningsovereenkomsten aan [eiser] verschuldigde bedrag. De inbreng van [A] wordt vastgesteld op grond van de oorspronkelijk door [A] betaalde overnamesom met daarop een nader te bepalen afschrijving.
(…)”
6. Bij de Intentieverklaring is een brief gevoegd met de volgende inhoud (voor zover relevant):
“(…)
Voor de goede orde bevestig ik [eiser] hierbij hetgeen wij bespraken met betrekking tot de aanvullende geldleningsovereenkomst en onze voorgenomen samenwerking in de toekomst overeenkomstig de intentieverklaring d.d. heden en concept overeenkomst commanditaire vennootschap.
(…)”
7. Op 29 augustus 2011 hebben eiser en [A] het volgende document ondertekend (hierna: de Overeenkomst). De Overeenkomst luidt (voor zover relevant) als volgt:
“
CONTRACT COMMANDITAIRE VENNOOTSCHAP
PARTIJEN:
(…) [A] , (…), hierna te noemen beherend vennoot,
en
[eiser], (…), hierna te noemen de commanditaire vennoot
IN AANMERKING NEMENDE:
dat zij met elkaar met ingang van 29 aug 2011 [toevoeging rechtbank: datum en jaartal zijn met de hand geschreven] een commanditaire vennootschap zijn aangegaan, teneinde voor gezamenlijke rekening en onder gemeenschappelijke naam een horeca bedrijf uit te oefenen;
ZIJN OVEREENGEKOMEN ALS VOLGT:
Artikel 1: Naam en plaats van vestiging
De vennootschap draagt de naam C.V. [B] (hierna te noemen: de vennootschap) en is gevestigd te [Z] .
Artikel 2: Doel
De vennootschap heeft ten doel het voor gezamenlijke rekening exploiteren van een horecabedrijf en al hetgeen daartoe behoort en daarmee in verband staat in de ruimste zin van het woord. In het bijzonder beoogt de vennootschap de voortzetting van het horecabedrijf van de (…) door de beherend vennoot onder de naam [B] gedreven onderneming.
(…)
Artikel 4: Inbreng
Lid 1: Door de beherend vennoot wordt ingebracht zijn kennis, arbeid en vlijt, relaties en vergunningen voor zover deze op de door de vennootschap te drijven onderneming betrekking hebben.
Lid 2: Door de commanditaire vennoot worden de volgende activa ingebracht: een Geldbedrag van Euro……………………….
Lid 3: Met onderling goedvinden kunnen door de vennoten meer geld en/of goederen in de vennootschap worden ingebracht.
Artikel 5: Kapitaalrekening – rente
(…)
Lid 5: De commanditaire vennoot geniet een rente-vergoeding van zes procent over het door de commanditaire vennoot in de vennootschap gestoken kapitaal in het betreffende jaar.
(…)”
8. In het tweede lid van artikel 4 van de Overeenkomst is met de hand bijgeschreven:
“200.000,= (tweehonderdduizend Euro)
Borgstelling [C]
Borgstelling Belastingdienst”
9. De (gestelde) commanditaire vennootschap is niet ingeschreven (geweest) in het handelsregister.
10. Op een zeker moment bedroegen de belastingschulden van [A] € 96.431 (exclusief kosten van € 5.662). Eiser heeft zich bij akte van 30 augustus 2011 borg gesteld jegens de Belastingdienst (hierna: de Borgstelling Belastingdienst):
“
BORGSTELLING
De ondergetekende, [eiser], (…) verklaart hierbij, (…) zich ten behoeve van: (…) De Belastingdienst Holland/Midden te Haarlem (…) te stellen tot borg voor (…) [A] , (…), zulks tot meerdere zekerheid voor de richtige nakoming door laatstgenoemde jegens de gewaarborgde van al datgene, tot betaling waarvan de hoofdschuldenaar verplicht is voor hoofdsom, rente en kosten terzake van belastingaanslagen overeenkomstig het aan deze akte gehechte overzicht groot € 96.431,-- aan hoofdsom en € 5.662,-- aan kosten uiterlijk 31 december 2011.
(…)”
11. Op 6 maart 2012 is ‘eenmanszaak [B] ’ failliet verklaard. Het faillissementsverslag van 27 september 2013, opgesteld door de curator [E] (hierna: de Curator), vermeldt (voor zover relevant) het volgende:
“(…)
Gegevens onderneming: (…) [A] , h.o.d.n. [B]
(…)
Activiteiten onderneming: exploitatie van café te [Z]
(…)
1. Inventarisatie