Uitspraak
Stichting ELAN WONEN,
De beoordeling
grief 2aangevoerd dat de kantonrechter artikel 96 Rv ten onrechte heeft toegepast. Volgens [appellanten] was de kantonrechter reeds op grond van artikel 93 sub c Rv bevoegd, omdat de door Elan ingestelde vordering betrekkelijk is tot huur. Alleen voor het geval de kantonrechter niet op grond van artikel 93 sub c Rv bevoegd zou zijn, hebben [appellanten] uit praktische overwegingen voorgesteld dat partijen zouden kunnen afspreken dat de kantonrechter op grond van artikel 96 Rv bevoegd is. Daarbij heeft de advocaat van [appellanten] echter wel het voorbehoud gemaakt dat hij eerst een eventuele afspraak om artikel 96 Rv toe te passen met [X] en zijn bewindvoerder wilde bespreken.
Dit betekent dat de kantonrechter slechts bevoegd was vanwege de op grond van artikel 96 Rv gesloten overeenkomst. Het hof gaat voorbij aan het door [appellanten] gestelde voorbehoud dat zij daarmee nog moesten instemmen, omdat van dat voorbehoud niet blijkt uit het vonnis noch uit het proces-verbaal van de terechtzitting.
veroordeelt Elan Wonen. Het hof leest dat verbeterd als
veroordeelt [X] .