Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.De zaak in het kort
2.Het geding in hoger beroep
3.Feiten
‘zeer ziek was, en nog gaat het niet super en doe uiteraard wat ik kan.’En voorts:
‘Dat het de laatste jaren een ramp is kan ik niet ontkennen, zowel privé, als apollo en dat geknoei met afkicken van die rommel (…) Dan rest mij nog maar de enige optie en dat is weer alleen verder te gaan (…).’
Geen onderhoud plegen = geen geld. Je blijft natuurlijk recht hebben op het geld van alle verkochte software. (…) wij hebben een deadline van 31 oktober 2013 doorgegeven en dat menen wij echt. Je moet ons antwoord verschaffen willen wij aan onze verplichting kunnen voldoen. doe je dat niet dan ben je in gebreke gesteld en is dit blijkbaar keihard nodig omdat je de ernst niet begrijpt van de gevolgen. Alle klanten zullen worden aangeschreven dat jij niet aan jouw afspraak voldoet en zullen wellicht direct een ander programma moeten kopen.’
‘Tot voor kort was de situatie tussen ons anders dan nu. Aangezien jij eenzijdig hebt besloten daarin verandering te brengen voel ik mij niet meer genoodzaakt om veranderingen en verbeteringen in mijn programmatuur nader bij jou toe te lichten. (…) De oude werksituatie wordt niet eerder hersteld dan nadat jij mij het door jou eenzijdig en onterecht ingehouden deel van de onderhoudscontracten betaalt. Volledigheidshalve deel ik je mede dat ik de ontwerper van deze programma’s ben, en dat jij, dankzij mijn programma’s een goede boterham hebt verdiend – en nog steeds kunt verdienen – op de wijze zoals dat in het verleden is gegaan. (…) Ondanks dat ik me nog steeds niet goed voel doe ik me uiterste best alles weer op de rit te krijgen. Ik hoop op begrip van jou kant en heb nu alle hulp om beter te worden. En zodra ik me weer helemaal top voel wil ik zeker graag met je in gesprek.’
Daar er geen enkel vooruitgang meer was noch enig vooruitzicht dat hieraan iets zou veranderen zijn wij ook terecht met de betalingen voor verbeteringen en/of uitbreidingen gestopt (…) Maar wat jouw reden ook is geweest dat heb jij niet mee verbeterd sinds 2007 (…). De schuld heb jij gegeven aan vele personen, programma’s situaties, hardware en tenslotte aan jouw gezondheid. Ik zal daarom een toekomstige verdeling van abonnementsgelden voor fout verbeteringen en/of uitbreidingen in de software alleen nog met jou willen bespreken als er significante verbeteringen en/of uitbreidingen van de uitgebrachte updates komen. Het percentage zal echter laag moeten starten en per 6 maanden opnieuw moeten worden vastgesteld naar aanleiding van jouw resultaten, (…).’
Ik ontvang al jaren me geld niet voor de abonnementen, en dat is langer dan 9 maanden Ik denk dat financieel [X] niet heel lang meer zal bestaan!’
Daarbij moet er natuurlijk ook weer financieel wat worden opgelost, zoals de contracten verdeling, dit moet van twee kanten komen. Want je moet allebei het gevoel hebben dat er iets gebeurt in positieve zin zo zal ook [geïntimeerde] zijn motivatie weer de goede kant op gaan. Tot nu toe was er alleen een opdracht van jou kant naar hem toe, het lijkt mij dat als je mij zoveel mails stuur waarin je verteld dat je heel graag verder wil met [geïntimeerde] en dat er maar niets gebeurt en ik er uiteindelijk toch in mee ga om hem te mailen en mij er in te mengen zou ik het ook wel erg fijn vinden als jij ook iets wil doen aan het financiële plaatje als dat kan natuurlijk. (…)’
‘Opzeggingen van klanten komen nu in zoveel hoeveelheden dat wij (…) nu meer dan 75% van de klanten kwijt is en dat getal stijgt dagelijks. (…) [geïntimeerde] maakt moedwillig stuk waarvoor ik zo hard heb gewerkt.’
‘Nu heb ik toch echt het gevoel dat [geïntimeerde] van zijn kant laat zien dat hij door wil en probeert zoveel mogelijk de klanten te helpen de updates te maken etc.etc. Nou blijkt het volgende: afgelopen juli heb jij een pakket verkocht aan ( [naam bedrijf] ) wat zeker een paar duizend euro waard is (…) De afspraken waren toch dat de verkoop naar [geïntimeerde] gaat en wat de contracten betreft ook daar wil hij zijn geld van. Je begrijpt toch dat niemand kan leven van 180 euro in de maand en dat het geld gewoon betaald moet worden (…) Als je wil dat er beter gewerkt gaan worden dan moet dat wel van twee kanten komen (…) Het is notabene zijn bedrijf met zijn product zijn jullie aan het werk. (…) Het klopt dat hij zo niet verder kan en wil zonder dat het er beter voor hem uit gaan zien.’
‘Overdracht van [X] Software Licenties. (…) ‘Nieuwe licentie houder: Dhr. [A] .’
Wat mij zeker niet bevalt is dat jij alle financiën in je macht hebt (…) Tevens is het ook zo dat alles wat ik doe is nooit goed (…) En waarom jij mij al 7 jaar straft voor het feit dat ik ziek was geworden zal me altijd een raadsel blijven. Jij kan ook ziek worden maar ik zou dit nooit zo gedaan hebben. Daarom heb ik ook besloten er een nieuwe helpdesk erbij te nemen, en zelf ook weer te gaan factureren om dat ik het op de wijze financieel ook niet ga redden, m.a.w. ik heb niets meer te verliezen. Ten slotte, [X] Software is mijn bedrijf en als je de software zo achterhaald vind verkoop het dan ook niet meer.’
Als ik iets bezit is het aan mij om te verkopen aan wie ik wil!’
‘Zonder opzeggingsgrond en zonder inachtneming van een redelijke opzegtermijn hebt u van de ene op de andere dag de relatie met cliënte (feitelijk) beëindigd. Daarboven hebt u, zonder toestemming van cliënte, (ook) haar klanten benaderd met wie zij in veel gevallen al jarenlang een relatie onderhield. Het opzeggen zonder inachtneming van een redelijke opzegtermijn of zonder vermelding van rechtens relevante opzeggingsgronden en zonder oog te hebben voor de belangen van cliënte in dezen, is in strijd met hetgeen in het maatschappelijk verkeer betaamt, is in strijd met de redelijkheid en billijkheid, en is derhalve onrechtmatig te noemen.’
‘Bij deze zeg ik u dat onze samenwerking per direct is stop gezet. De reden, ontevreden klanten, niet betaalde facturen.’
€ 720.000,00.
4.Beoordeling
grief 1 in het principaal appelheeft de kantonrechter bij het oordeel dat [geïntimeerde] de overeenkomst heeft mogen opzeggen op de wijze zoals hij dat heeft gedaan ten onrechte als vaststaand aangenomen en meegewogen dat [geïntimeerde] burn-out en depressieklachten had. Daargelaten welke betekenis de kantonrechter precies aan een en ander heeft toegekend, wordt deze grief verworpen. Dat ADS zoals zij stelt
‘twijfels’heeft bij de door [geïntimeerde] gestelde klachten acht het hof - zeker in dit stadium van het debat - geen voldoende gemotiveerde betwisting daarvan, terwijl ADS verder ook erkent (MvG rn.1) dat zij in ieder geval bekend was met door [geïntimeerde] gestelde ziekte. Het feit dat [geïntimeerde] desgevraagd nooit duidelijk zou hebben gemaakt wat hem precies mankeerde, brengt niet mee dat een en ander bij het oordeel omtrent de beëindiging niet mocht worden meegenomen. Daarbij komt dat het meewegen van (de aard en omvang van) het ziekteverzuim van [geïntimeerde] en/of de bekendheid van ADS daarmee niet dragend is voor het oordeel dat onder de gegeven omstandigheden de beëindiging van de overeenkomst door [geïntimeerde] gerechtvaardigd is. Zoals hierna wordt toegelicht, kan de voortdurende niet-betaling door ADS van de verschuldigde bedragen de beëindiging dragen.
grief 2 in het principaal appelkomt ADS op tegen het oordeel van de kantonrechter dat geen sprake is geweest van een agentuurovereenkomst. Deze grief faalt. Van een agentuurovereenkomst (artikel 7:482 BW) is sprake wanneer een handelsagent tegen vergoeding zelfstandig gaat bemiddelen bij het sluiten van overeenkomsten tussen de principaal en de klant. In dit geval is uit niets gebleken dat ADS bemiddelt bij de totstandkoming van overeenkomsten tussen [geïntimeerde] en de afnemers van de software en onderhoudsabonnementen. De feitelijke gang van zaken, waarbij de klant aan ADS betaalde en ADS vervolgens buiten de klant om een deel daarvan afdroeg aan [geïntimeerde] , duidt daar ook niet op. ADS heeft ook niet gesteld dat klanten een overeenkomst met [geïntimeerde] sloten, laat staan dat zij dit wisten. De enkele stelling dat [geïntimeerde] op 13 april 1997 - en dus voorafgaand aan het sluiten van de overeenkomst in 1998 - een e-mail stuurde waarin hij ADS vroeg ‘
eens meer van die troep namens mij’te verkopen en in een andere e-mail van diezelfde datum opnam ‘
met je naam erin’, volstaat daartoe niet, evenmin als het feit dat de gekochte software uit het systeem van [geïntimeerde] moest worden gedownload. Het hof ziet evenmin reden om, waar aan de hoofdkenmerken van een agentuurovereenkomst niet is voldaan, te oordelen - zoals door ADS verzocht - dat de overeenkomst zoveel gelijkenis met een agentuurovereenkomst heeft, dat voor de wijze van beëindiging daarvan dezelfde vereisten hebben te gelden.
jegens haarzou hebben gerust. Dit klemt te meer omdat niet is gebleken dat door ADS concreet is gemeld aan welke eisen [geïntimeerde] dan moest voldoen om weer recht op betaling te krijgen. Het enkele feit dat [geïntimeerde] vanaf enig moment door ziekte niet goed zou hebben gefunctioneerd en tot weinig meer kwam, waardoor de inkomsten van ADS terugliepen, levert als zodanig (zonder nadere toelichting) nog geen tekortkoming jegens ADS op. Voor het overige blijven de stellingen van ADS daaromtrent steken in algemeenheden. Uit niets volgt wat partijen dan zijn overeengekomen over de invulling van de onderhoudsverplichting en updates en wat concreet kwalificeert als een tekortkoming van de zijde van [geïntimeerde] die de opschorting van de verplichting van ADS tot afdracht van abonnementsgelden zou rechtvaardigen. Om dezelfde reden kan ook niet worden aangenomen dat sprake is geweest van schuldeisersverzuim, daargelaten dat ADS ook niet toelicht waarom zij haar eigen verplichtingen jegens [geïntimeerde] door zijn toedoen dan niet heeft kunnen nakomen.
grief 4 in het principaal appelkomt ADS op tegen het oordeel van de kantonrechter dat het feit dat [geïntimeerde] zich tot klanten heeft gericht met het verzoek geen zaken meer met ADS te doen niet tot een ander oordeel leidt. Volgens ADS moet dit gedrag van [geïntimeerde] als maatschappelijk onzorgvuldig en (naar het hof begrijpt) onrechtmatig worden gekwalificeerd. Het hof ziet in de correspondentie die ter zake door ADS is aangehaald (dagvaarding rn. 8) onvoldoende aanleiding om te kunnen oordelen dat [geïntimeerde] - na de beëindiging van de samenwerking - jegens ADS onrechtmatig heeft gehandeld. In de eerste mail van 4 december 2017 stelde hij derden op de hoogte van het einde van de samenwerking en verzoekt hij hen lopende onderhoudscontracten onder te brengen bij [X] Software. Omdat het om zijn eigen producten ging en de exclusiviteit van ADS was beëindigd, stond het hem vrij een dergelijk (zakelijk) verzoek tot de afnemers te richten. Pas nadat ADS daarop jegens dezelfde afnemers reageerde met onder meer de mededeling
‘Krijgt u weer mail van [X] gooi deze dan direct weg!’liet [geïntimeerde] hen weten
‘Onderteken nooit een licentie overdracht naar ADS International. Hiermee geeft u, uw software uit handen aan derde’.Niet kan worden geoordeeld dat [geïntimeerde] hiermee, in de ontstane en mede door ADS gecreëerde situatie, de grenzen van het betamelijke heeft overschreden. Grief 4 stuit hierop af.
grieven 5, 6 en 7 in het principaal appelhebben blijkens de toelichting erop grotendeels dezelfde strekking als de hiervoor besproken grieven. Zij richten zich opnieuw tegen de uitleg die de kantonrechter aan de tussen partijen bestaande overeenkomst heeft gegeven en de daaraan verbonden gevolgen, te weten de (gedeeltelijke) toewijzing van de vorderingen van [geïntimeerde] en de veroordeling van ADS in de proceskosten. Deze grieven behoeven in zoverre niet opnieuw bespreking.
‘Berekening conform vonnis 10-01-2019’betreft. In het verweer van ADS ligt besloten dat zij slechts het hiervoor genoemde bedrag van € 159.596,41 als juist wil erkennen.
grief 1 in het incidenteel appelwordt aan de orde gesteld in hoeverre de afgewezen reconventionele verbodsvorderingen van [geïntimeerde] voor toewijzing in aanmerking komen. [geïntimeerde] stelt dat de kantonrechter het gevorderde verbod, dat ziet op het door ADS distribueren van [X] -software en het aanbieden van nieuwe onderhoudscontracten, ten onrechte heeft afgewezen, nu het hier een vorm van onrechtmatige concurrentie betreft. Als gezegd heeft [geïntimeerde] zijn eis in incidenteel appel uitgebreid door te vorderen het gebruik van de merknamen van [geïntimeerde] ( [X] en ADBplus) te staken en gestaakt te houden.