In deze zaak gaat het om een hoger beroep dat is ingesteld door [appellant] tegen een vonnis van de kantonrechter in Amsterdam. De zaak betreft de verkoop van een woning door [appellant] aan [geïntimeerden], waarbij na de levering lekkage aan het dak werd geconstateerd. [geïntimeerden] hebben [appellant] aangesproken op non-conformiteit van de woning, gebaseerd op artikel 7:17 lid 2 BW, omdat de mededeling over de staat van het dak in de vragenlijst onjuist was. Het hof heeft vastgesteld dat de mededeling van [appellant] over de vernieuwing van het dak in 2015 onjuist was, terwijl het dak in werkelijkheid in 2006 was vernieuwd. Dit leidde tot de conclusie dat er sprake was van non-conformiteit, waardoor [appellant] gehouden was de kosten van herstel en vervanging van het dak te vergoeden. Het hof bekrachtigde het vonnis van de kantonrechter, waarbij [appellant] werd veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 13.176,00 aan [geïntimeerden], vermeerderd met proceskosten. De grieven van [appellant] werden verworpen, en het hof oordeelde dat de mededeling in de vragenlijst de algemene exoneratie in artikel 17 van de overeenkomst niet kon uitsluiten.