In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 22 februari 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland. De verdachte was beschuldigd van opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toebrengen aan de aangever, [benadeelde], en van mishandeling. De tenlastelegging betrof een incident dat plaatsvond op 1 december 2019 in een café in Alkmaar, waar de verdachte als barman werkzaam was. Tijdens een opstootje in het café heeft de verdachte geprobeerd de situatie te de-escaleren door de bewaking te alarmeren en uiteindelijk zelf in te grijpen. De aangever raakte gewond, maar het hof was niet overtuigd van de opzet van de verdachte om de aangever op de grond te gooien, zoals in de tenlastelegging was opgenomen. De verklaringen van getuigen waren inconsistent en boden onvoldoende bewijs voor de beschuldigingen. Het hof heeft daarom de verdachte vrijgesproken van de tenlastegelegde feiten en het vonnis van de politierechter vernietigd. De vordering van de benadeelde partij werd niet-ontvankelijk verklaard, omdat de verdachte niet schuldig werd bevonden aan de feiten die de schade zouden hebben veroorzaakt.