ECLI:NL:GHAMS:2022:493
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Bevestiging vonnis en verwerping verweer omtrent onderzoek aan smartphone in hoger beroep
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 8 februari 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Noord-Holland van 25 november 2016. De verdachte, geboren in 1989, had hoger beroep ingesteld tegen het vonnis waarbij hij was veroordeeld. De advocaat-generaal vorderde een taakstraf van 50 uren, met vervangende hechtenis bij niet-naleving. De raadsman van de verdachte voerde aan dat er sprake was van een vormverzuim bij het onderzoek aan de smartphone van de verdachte, omdat hiervoor geen toestemming was gevraagd aan de officier van justitie of de rechter-commissaris. Dit zou volgens hem moeten leiden tot bewijsuitsluiting. Het hof heeft het verweer van de raadsman verworpen, maar erkende dat het onderzoek aan de smartphone een aanzienlijke inbreuk op het recht op privacy vormde, zoals vastgelegd in artikel 8 van het EVRM. Het hof oordeelde echter dat er geen nadeel was aangetoond dat door het vormverzuim was veroorzaakt. Daarom werd het vonnis van de rechtbank bevestigd, met inachtneming van de overwegingen omtrent het tijdsverloop en de overschrijding van de redelijke termijn in zowel de eerste aanleg als het hoger beroep.