ECLI:NL:GHAMS:2022:492

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
8 februari 2022
Publicatiedatum
21 februari 2022
Zaaknummer
23-004425-16
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep inzake opzetheling van nep horloges

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 8 februari 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Noord-Holland. De verdachte was eerder vrijgesproken van een aantal tenlastegelegde feiten, maar heeft in hoger beroep een nieuwe beoordeling van de zaak gevraagd. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte samen met een ander betrokken was bij de opzetheling van een aantal horloges, die uit de woning van de aangever waren ontvreemd. De verdachte heeft in een Whatsappgesprek met een medeverdachte gesproken over de gestolen horloges, wat het hof als bewijs heeft aangemerkt voor zijn betrokkenheid bij de opzetheling. Het hof heeft de verdachte niet-ontvankelijk verklaard in het hoger beroep voor zover dit gericht was tegen de vrijspraak van andere tenlastegelegde feiten. Het hof heeft de eerdere vrijspraak vernietigd en de verdachte veroordeeld tot een taakstraf van 40 uren, met aftrek van voorarrest. De uitspraak benadrukt de ernst van de feiten en de betrokkenheid van de verdachte bij de opzetheling van de horloges.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-004425-16
datum uitspraak: 8 februari 2022
TEGENSPRAAK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Noord-Holland van 25 november 2016 in de strafzaak onder parketnummer 15-871492-14 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1991,
adres: [adres 1].

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van
25 januari 2022 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Namens de verdachte is hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en de raadsman naar voren is gebracht.

Ontvankelijkheid van de verdachte in het hoger beroep

De verdachte is door rechtbank vrijgesproken van hetgeen aan hem onder 2 primair en subsidiair is tenlastegelegd. Het hoger beroep is door de verdachte onbeperkt ingesteld en is derhalve mede gericht tegen de in eerste aanleg gegeven beslissing tot vrijspraak. Gelet op hetgeen is bepaald in artikel 404, vijfde lid, van het Wetboek van Strafvordering staat voor de verdachte tegen deze beslissing geen hoger beroep open. Het hof zal de verdachte mitsdien niet-ontvankelijk verklaren in het ingestelde hoger beroep, voor zover dat is gericht tegen de in het vonnis waarvan beroep gegeven vrijspraak.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is, voor zover thans aan de orde, tenlastegelegd dat:
1. primair
hij op of omstreeks 25 juli 2014 te Burgerbrug, gemeente Schagen, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een woning gelegen aan de [adres 2], heeft weggenomen een of meer horloge(s) (welke zich bevond(en) in een doos met het opschrift "WATCHES"), waaronder
- één (heren)horloge van het merk en/of type Hublot, en/of
- één (heren)horloge van het merk en/of type Hummer, en/of - één (heren)horloge van het merk en/of type Locman, en/of
- één (heren)horloge van het merk en/of type Certina DS, en/of
- één (heren)horloge van het merk en/of type Dolce & Gabana, in elk geval enig goed, (telkens) geheel of ten dele toebehorende aan de heer [slachtoffer], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) (telkens) het/de weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking;
1. subsidiair
hij in of omstreeks de periode van 25 juli 2014 tot en met 26 juli 2014 te Burgerbrug, gemeente Schagen, en/of te Amsterdam, gemeente Amsterdam, en/of te Landsmeer, gemeente Landsmeer, en/of te Wilnis, gemeente De Ronde Venen, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een of meer horloge(s) (welke zich bevond(en) in een doos met het opschrift "WATCHES"), waaronder
- één (heren)horloge van het merk en/of type Hublot, en/of
- één (heren)horloge van het merk en/of type Hummer, en/of
- één (heren)horloge van het merk en/of type Locman, en/of
- één (heren)horloge van het merk en/of type Certina DS, en/of
- één (heren)horloge van het merk en/of type Dolce & Gabana, op één of meer moment(en) in voormelde periode heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij en/of zijn mededader(s) ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van (telkens een of meer van) voormelde goederen (telkens) wist(en) dan wel redelijkerwijs had(den) moeten vermoeden dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen zal worden vernietigd, omdat het hof een andere bewijsconstructie hanteert.

Vrijspraak

Met de advocaat-generaal en de raadsman van de verdachte is het hof van oordeel dat niet wettig en overtuigend bewezen kan worden hetgeen de verdachte onder 1 primair is tenlastegelegd, zodat de verdachte hiervan moet worden vrijgesproken.

Bewijsoverweging

De raadsman van de verdachte heeft ter terechtzitting in hoger beroep bepleit dat de verdachte dient te worden vrijgesproken van het onder 1 subsidiair tenlastegelegde. Hij heeft daartoe aangevoerd dat het niet zijn cliënt betreft die het op pagina’s 557 en 558 van het dossier weergegeven Whatsappgesprek met [naam 1] heeft gevoerd. De verdachte en [naam 2] zouden in die periode vaak samen gebruik maken van de telefoon van de verdachte, en het zou dan ook [naam 2] betreffen die [naam 1] Whatsappberichten stuurt over (terugbrengen van) de gestolen horloges.
Subsidiair heeft de raadsman van de verdachte aangevoerd dat het ontbreekt aan de vereiste nauwe en bewuste samenwerking om te kunnen spreken van het in vereniging plegen van de opzetheling. De verdachte heeft de gestolen horloges niet voorhanden gehad en ook anderszins geen bijdrage van voldoende gewicht geleverd aan de opzetheling.
Het hof verwerpt de verweren en overweegt daartoe als volgt.
Uit onderzoek aan de smartphone van [naam 1] is gebleken dat hij op 25 juli 2014 via Whatsapp contact heeft opgenomen met het telefoonnummer van de verdachte. De verdachte heeft, na zich in een eerder stadium voortdurend op zwijgrecht te beroepen, voor het eerst ter terechtzitting in hoger beroep verklaard dat niet hij, maar [naam 2] het gesprek met [naam 1] over de weggenomen horloges heeft gevoerd. Het hof overweegt dat uit de stukken van het dossier inderdaad blijkt dat [naam 2] in die periode gebruik heeft gemaakt van de smartphone van de verdachte. Op 31 juli 2014 ontving [naam 1] een Whatsappbericht van het telefoonnummer van de verdachte. [naam 2] heeft daarin geschreven: “[naam 1] met [naam 2]”. Nu op 25 juli 2014 niet aan [naam 1] kenbaar werd gemaakt dat op dat moment een ander dan de verdachte gebruik heeft gemaakt van de smartphone van de verdachte en gelet op het feit dat nergens uit blijkt dat het niet de verdachte is geweest die het Whatsappgesprek heeft gevoerd, acht het hof het niet aannemelijk dat het een ander dan de verdachte is geweest die met [naam 1] heeft gesproken over de weggenomen horloges.
Op basis van het op pagina’s 557 en 558 weergegeven Whatsappgesprek blijkt dat beide deelnemers wisten dat de horloges afkomstig waren uit misdrijf. Zij bespraken dat de onbekend gebleven derde neppe horloges heeft weggenomen, en dat die teruggebracht dienden te worden. De verdachte en [naam 1] hadden aldus op dat moment de beschikkingsmacht over de weggenomen horloges, nu uit onderzoek is gebleken dat de horloges inderdaad zijn teruggelegd in het huis van de aangever. Uit het voorgaande blijkt dat de verdachte en [naam 1] nauw en bewust hebben samengewerkt terwijl zij de weggenomen horloges, waarvan zij wisten dat deze van misdrijf afkomstig waren, voorhanden hebben gehad.

Bewezenverklaring

Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 subsidiair tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
1. subsidiair
hij in de periode van 25 juli 2014 tot en met 26 juli 2014 in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander, horloges welke zich bevonden in een doos met het opschrift "WATCHES", waaronder
- één (heren)horloge van het merk en/of type Hublot, en
- één (heren)horloge van het merk en/of type Hummer, en
- één (heren)horloge van het merk en/of type Locman, en
- één (heren)horloge van het merk en/of type Certina DS, en
- één (heren)horloge van het merk en/of type Dolce & Gabana, voorhanden heeft gehad, terwijl hij en zijn mededader ten tijde van het voorhanden krijgen van voormelde goederen wisten dat het door misdrijf verkregen goederen betrof.
Hetgeen onder 1 subsidiair meer of anders is tenlastegelegd, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.

Bewijsmiddelen

1. Een proces-verbaal van verhoor getuige van 30 augustus 2014, in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant 1] en [verbalisant 2] (doorgenummerde pagina’s 811 – 813). Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als de op 30 augustus 2014 tegenover verbalisanten afgelegde verklaring van
[slachtoffer]:
In een niet afgesloten la in de slaapkamer van mijn woning
(het hof begrijpt: te Burgerbrug, Nederland)lag een doos met een aantal nephorloges.
2. Een proces-verbaal van bevindingen van 12 oktober 2014, in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 3] (doorgenummerde pagina’s 556 – 559). Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als
mededeling van verbalisant:
Op de inbeslaggenomen Apple iPhone 5S van [naam 1] werden een aantal whatsapp gesprekken veiliggesteld tussen gebruiker [nummer 1] en [nummer 2]. Het telefoonnummer [nummer 1] heeft in de periode van 25 juli 2014 20:08:12 uur tot en met 25 juli 2014 20:20:18 uur een aantal malen Whatsappcontact met een contactpersoon met de naam [verdachte].
In de contacten van de Apple iPhone 5S van [naam 1] staat onder contactpersoon [verdachte] het telefoonnummer [nummer 2]. In de verklaring afgelegd door de verdachte [verdachte] op 14 augustus 2014 verklaart hij dat hij gebruik maakt van het telefoonnummer: [nummer 2] en dat dit een zakelijke telefoonnummer betreft. Uit navraag in de beschikbare politiesystemen is gebleken dat [naam 1] de gebruiker is van het telefoonnummer [nummer 1].
[naam 1] : We zitte in een verhaal
[naam 1] : He broertje young china toxh
[naam 1] : Neemt 9 neppe mee
[naam 1] : Doos op de grond gelaten enzo
[naam 1] : Moeten terug zette
[verdachte] : Kanker mongool
[verdachte] : Neppe watchas
[naam 1] : Jaaa
[naam 1] : Dus nu komen we in een verhaal voor nep shit
[naam 1] : Moete terug zette
[verdachte] : Ja we gaan zo die kant op toch
[naam 1] : Jaaa
[verdachte] : Waar heeft die ze geklemd
[verdachte] : Heeft die chick je wat gezegd erover?
[naam 1] : Pa ze kamer
[naam 1] : Niks heeft die chick gezefs nog
[verdachte] : Oke dus kan zometeen geregeld worden
[verdachte] : Maar is gevaarlijk
[verdachte] : Kanker kind
[verdachte] : Gaat ie half werk leveren
[verdachte] : Mongool
[naam 1] : Ja hij kan ook niet ruike dat nep is toch
[naam 1] : Alleen hij laat die doos slijgere
[naam 1] : Slingere
[verdachte] : Nee maar hy moet die doos toch goed zetten dat bedoel ik
[verdachte] : Imbiciel
[naam 1] : Jaa dom
[naam 1] : Matue hoe ik een hublot in me had heb
[naam 1] : Hand
[naam 1] : Valle de schroeven er uit
[verdachte] : Komt goed zetten et straks terug
(het hof begrijpt: in de nacht van 25 juli 2014 op 26 juli 2014)
[naam 1] : Dacht we zijn klaar
[verdachte] : Jaa zou heerlijk zijn
[naam 1] : Ja man
3. Een proces-verbaal van bevindingen van 28 augustus 2014, in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant 4] en [verbalisant 3] (doorgenummerde pagina’s 549 – 553). Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als
mededeling van verbalisanten:
Uit onderzoek naar de veiliggestelde data van de in beslag genomen mobiele telefoons van de verdachten kwam informatie naar voren dat er mogelijk een doos met daarin diverse (nep) horloges ontvreemd was uit de woning van [slachtoffer]. En dat er van een Hublot horloge mogelijk een schroefje uitgevallen zou zijn. Aangever [slachtoffer] begeleidde ons naar de slaapkamer op de begane grond van de woning. Wij zagen dat aangever [slachtoffer] een lade opende en ons de doos met daarin horloges aan wees. Ik, verbalisant [verbalisant 4], zag dat er vijf horloges in de doos aanwezig waren. Tevens zag ik dat er in de doos een horloge aanwezig was van het merk Hublot. Het viel mij op dat er rechts boven de wijzerplaat van het Hublot horloge een schroefje miste.
4. Een proces-verbaal van bevindingen van 1 oktober 2014, in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 3] (doorgenummerde pagina’s 554 – 555). Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als
mededeling van verbalisant:
Op donderdag 28 augustus 2014 werden er een doos met horloges, eigendom van Dhr. [slachtoffer] in beslag genomen. Ik, verbalisant [verbalisant 3], zag dat er in de zwarte door met daarop de tekst: "WATCHES" vijf verschillende horloges zaten.
Merk: Hummer
Merk: Locman
Merk: Certina DS
Merk: Dokce & Gabana
Merk: Hublot

Strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Geen omstandigheid is aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het onder 1 subsidiair bewezenverklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het onder 1 subsidiair bewezenverklaarde levert op:
medeplegen van opzetheling.

Strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is strafbaar, omdat geen omstandigheid aannemelijk is geworden die de strafbaarheid ten aanzien van het onder 1 subsidiair bewezenverklaarde uitsluit.

Oplegging van straf

De rechtbank heeft de verdachte voor het in eerste aanleg onder 1 subsidiair bewezenverklaarde veroordeeld tot een taakstraf voor de duur van 70 uren, bij niet verrichten te vervangen door 35 dagen hechtenis, met aftrek van voorarrest.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte voor het onder 1 subsidiair tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot een taakstraf voor de duur van 40 uren, bij niet verrichten te vervangen door 20 dagen hechtenis, met aftrek van voorarrest.
Het hof heeft in hoger beroep de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder dit is begaan en gelet op de persoon van de verdachte. Het hof heeft daarbij in het bijzonder het volgende in beschouwing genomen.
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan opzetheling van een aantal horloges die uit het huis van de aangever waren gestolen. De verdachte heeft samen met [naam 1] een onbekend gebleven derde aangestuurd, die de horloges uit het huis heeft weggenomen. De verdachte heeft door aldus te handelen inbreuk gemaakt op het eigendomsrecht van de eigenaar.
Het hof houdt bij de strafoplegging in strafmatigende zin rekening met het tijdsverloop en de overschrijding van de redelijke termijn in eerste aanleg en in hoger beroep.
Het hof acht, alles afwegende, een taakstraf van na te melden duur passend en geboden.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straf is gegrond op de artikelen 22c, 22d, 47, 63 en 416 van het Wetboek van Strafrecht.

BESLISSING

Het hof:
Verklaart de verdachte niet-ontvankelijk in het hoger beroep, voor zover gericht tegen de beslissing ter zake van het onder 2 primair en 2 subsidiair tenlastegelegde.
Vernietigt het vonnis waarvan beroep voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen en doet in zoverre opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het onder 1 primair tenlastegelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het onder 1 subsidiair tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 1 subsidiair bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
taakstrafvoor de duur van
40 (veertig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
20 (twintig) dagen hechtenis.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde taakstraf in mindering zal worden gebracht, volgens de maatstaf van twee uren taakstraf per in voorarrest doorgebrachte dag, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. D. Radder, mr. F.A. Hartsuiker en mr. A.M.P. Geelhoed, in tegenwoordigheid van
mr. R.L. Vermeulen, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van
8 februari 2022.