3.1.Het gaat in deze zaak om het volgende.
( i) Het gebouw gelegen aan de [straatnaam] 124 te [plaats] is bij een op 8 oktober 1980 opgemaakte akte gesplitst in drie appartementsrechten. [geïntimeerde] is sinds 2002 eigenaar van een van deze appartementsrechten, te weten [straatnaam] 124b te [plaats] , in de splitsingsakte aangeduid met indexnummer 2. Eigenaar van het appartementsrecht met indexnummer 1 is [naam 1] (verder: [naam 1] ). Eigenaren van het appartementsrecht met indexnummer 3 zijn [naam 2] (verder: [naam 2] ) em [naam 3] (verder: [naam 3] ). Alle genoemde appartementsrechten zijn (inmiddels) als woonruimte in gebruik.
(ii) De splitsingsakte vermeldt onder meer:
“Het flatgebouw is uitgelegd in een uit één blad bestaand plan van alle verdiepingen, welk plan aan deze akte is gehecht (…)
Op voormeld plan zijn de gedeelten van bedoeld onroerend goed, welke zijn bestemd om als afzonderlijk geheel te worden gebruikt – hierna ook te noemen: privé-gedeelten – duidelijk aangegeven en voorzien van de Arabische cijfers 1 tot en met 3.
Vervolgens verklaarden de komparanten de splitsing zodanig vast te stellen, dat bedoeld onroerend goed de volgende appartementsrechten zal omvatten:
(…)
II. het appartementsrecht, rechtgevende op het uitsluitend gebruik van de bedrijfsruimte op de eerste verdieping (…)”
(iii) De tekening van de privé-gedeelten waarnaar in de splitsingsakte wordt verwezen ziet er als volgt uit:
(iv) Op de splitsingsakte is van toepassing het modelreglement 1973 (verder: het modelreglement), waarin onder meer het volgende staat:
“
Artikel 2
Tot de gemeenschappelijke gedeelten worden ondermeer gerekend:
a. (…) de vloeren (…), de daken (…)
Artikel 3
Indien er twijfel bestaat of een zaak tot de gemeenschappelijke gedeelten of de gemeenschappelijke zaken behoort, wordt hierover beslist door de vergadering.
Artikel 6
1. Iedere op-, aan- of onderbouw zonder toestemming van de vergadering is verboden.
(…)
3. Een door de vergadering verleende toestemming kan – tenzij anders bepaald is – worden ingetrokken.
1. Iedere eigenaar of gebruiker heeft het recht op uitsluitend gebruik van zijn privé gedeelte, mits hij bij de uitoefening van dat recht het reglement en het huishoudelijk reglement in acht neemt en mits hij aan de andere eigenaars en gebruikers geen onredelijke hinder toebrengt.
2. De eigenaars en gebruikers zijn verplicht het privé gedeelte te gebruiken overeenkomstig de daaraan nader in de akte te regelen bestemming.
(…)
Een gebruik dat afwijkt van deze bestemming is slechts geoorloofd met toestemming van de vergadering. (…)
Artikel 10
(…)
2. Iedere eigenaar of gebruiker is verplicht de nodige zorgvuldigheid in acht te nemen met betrekking tot de gemeenschappelijke gedeelten en/of de gemeenschappelijke zaken, ook wanneer laatstgenoemde zaken zich in zijn privé gedeelte bevinden.”
( v) In de koopovereenkomst van [geïntimeerde] van 26 september 2002 staat onder meer:
“
Bijzondere bepaling
Artikel 13.
De vereniging van eigenaren geeft bij deze toestemming aan de eigenaar van het verkochte appartementsrecht om een dakterras te realiseren van maximaal 8 m2 op het plat, direct grenzend aan het verkochte, 4 meter vanuit de achtergevel strekkend.”
(vi) In de koopovereenkomst van [naam 1] uit 2004 staat onder meer:
“
Bijzondere bepaling
Artikel 14
De koper is bekend met het feit dat – en aanvaardt bij deze en stemt daarmee tevens in – vereniging van eigenaren toestemming heeft gegeven aan de eigenaar van het appartementsrecht [straatnaam] 124-B om een dakterras te realiseren van maximaal 8 m2 op het plat (…).”
(vii) In 2009 heeft [geïntimeerde] gecorrespondeerd met [naam 1] over de aanleg van een dakterras. De gemachtigde van [naam 1] heeft toen namens hem kenbaar gemaakt dat hij zich daartegen verzet.
(viii) Op 2 september 2020 heeft een algemene ledenvergadering van de VvE plaatsgevonden. De drie leden hadden ieder één stem in deze vergadering. De notulen van de vergadering vermelden onder meer:
“
Dakterras [straatnaam] 124B
Bespreking ontvangen voorstel van eigenaren [straatnaam] 124 A en 124 C om:
* de in het verleden aan de eigenaar van [straatnaam] 124 B gegeven toestemming voor het realiseren van een dakterras direct grenzend aan het appartementsrecht 124 B te herroepen;
* niet (langer) toe te staan dat het betreffende dakterras wordt gerealiseerd en/of het betreffende dak als dakterras wordt gebruikt;
* het bestuur te machtigen om zo nodig de (rechts)maatregelen te nemen welke de vergadering kan nemen krachtens de wet of het reglement teneinde bezwaar te maken tegen de vergunningsaanvraag van de eigenaar van [straatnaam] 124 B dan wel tegen een eventueel verleende vergunning (…)
* het bestuur te machtigen om zo nodig rechtsmaatregelen te nemen (…) om het bouwen c.q. realiseren van een dakterras te staken;
* het bestuur te machtigen (…) al hetgeen te doen hij/zij nodig acht, voorts om namens de Vereniging van Eigenaren in rechte te verschijnen (…)
* te besluiten dat de kosten voor een eventuele (gerechtelijke) procedure worden betaald door de Vereniging van Eigenaars en waar aan de orde c.q. waar mogelijk op de eigenaar van [straatnaam] 124 B worden verhaald.”
(ix) Op 10 september 2020 heeft [geïntimeerde] een omgevingsvergunning verkregen voor de aanleg van een dakterras ten behoeve van haar appartementsrecht (verder: het dakterras). De VvE heeft daartegen bezwaar gemaakt, waarop nog niet onherroepelijk is beslist.
Procedure bij de kantonrechter