ECLI:NL:GHAMS:2022:3669
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Huur van bedrijfsruimte: opzegtermijn, redelijkheid en billijkheid
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van [appellant] tegen een vonnis van de kantonrechter in Amsterdam, waarin de kantonrechter de vorderingen van [geïntimeerden] heeft toegewezen en die van [appellant] heeft afgewezen. De zaak betreft de huur van een bedrijfsruimte, waarbij [appellant] de huurovereenkomst heeft opgezegd. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de opzegtermijn van een jaar van toepassing is, gebaseerd op het huurrechtregime van artikel 7:290 BW. [appellant] heeft in hoger beroep zeven grieven ingediend, onder andere met de stelling dat de wettelijke opzegtermijn niet van toepassing zou zijn en dat de redelijkheid en billijkheid in zijn voordeel zouden moeten spreken. Het hof heeft de grieven van [appellant] verworpen, met uitzondering van de einddatum van de huurovereenkomst, die is vastgesteld op 1 mei 2021 in plaats van 1 juni 2021. Het hof heeft [appellant] veroordeeld in de proceskosten van het hoger beroep. De uitspraak benadrukt de toepassing van de wettelijke regels omtrent huur en de gevolgen van de keuze voor een bepaald huurregime.