In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 22 november 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Noord-Holland. De verdachte, geboren in 1987 en gedetineerd in de Oostvaarderskliniek, had op 8 april 2020 opzettelijk brand gesticht in haar flatwoning in Haarlem. De brand, veroorzaakt door open vuur in combinatie met bio brandspiritus, leidde tot gemeen gevaar voor andere woningen en levensgevaar voor bewoners van het flatgebouw. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan opzettelijke brandstichting, waarbij niet alleen gevaar voor goederen, maar ook levensgevaar en gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor anderen te duchten was. De rechtbank had eerder de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 9 maanden en tbs met voorwaarden opgelegd. Het hof heeft deze maatregel omgezet naar tbs met dwangverpleging, gezien de ernst van de feiten en de complexe problematiek van de verdachte. De verdachte heeft een borderline persoonlijkheidsstoornis en andere psychische aandoeningen, wat haar toerekeningsvatbaarheid beïnvloedt. Het hof heeft de gevangenisstraf van 9 maanden bevestigd, met aftrek van voorarrest, en de gevangenneming van de verdachte bevolen, gezien de maatschappelijke veiligheid en het risico op recidive. De beslissing is gebaseerd op de artikelen 37a, 37b, 57 en 157 van het Wetboek van Strafrecht.