Uitspraak
Ontvankelijkheid van de verdachte in het hoger beroep
Onderzoek van de zaak
Vonnis waarvan beroep
De persoon..”), de woorden “Verbalisanten zien… [naam01] herkend” op pagina 5 en de woorden “..en hetzelfde…is aangetroffen” op pagina 7 schrapt en aanvullend overweegt:
- dat de verdachte ter terechtzitting in hoger beroep heeft verklaard dat hij diegene is die op de camerabeelden van de [adres02] in Amsterdam op 1 augustus 2021 om 08:00 uur als bestuurder van een scooter met kenteken [kenteken01] voorbij rijdt;
- dat gebleken is dat een scooter van hetzelfde type en kenteken op naam stond van [naam01] , geboren [geboortedatum02] 2001;
- dat in hetgeen door de raadsvrouw is aangevoerd ten aanzien van de betrouwbaarheid van de anonieme getuige, meer in het bijzonder haar waarnemingen, onvoldoende grond wordt gezien de verklaring van die getuige terzijde te schuiven en dat de enkele omstandigheid dat die getuige niet heeft waargenomen dat beide personen (gestolen) goederen bij zich hadden dat niet anders maakt;
- dat de onder 2 en 3 bewezenverklaarde pogingen tot inbraak in twee verschillende woningen op 5 augustus 2021 ongeveer 30 minuten na elkaar hebben plaatsgevonden en dat uit algemeen bekende gegevens blijkt dat de afstand tussen die twee woningen in dat tijdsbestek met een scooter te overbruggen is;
- dat het, gelet op de vastgestelde
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde01]
BESLISSING
€ 490,50 (vierhonderdnegentig euro en vijftig cent) ter zake van materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
€ 2.000,00 (tweeduizend euro) aan immateriële schadeaf.