ECLI:NL:GHAMS:2022:2930
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Huur bedrijfsruimte in jachthaven bij hotel; kwalificatie huurovereenkomst en opzegging
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van Nautic Jachthavens B.V. tegen Hilton International Nederland B.V. en Nautic Adam B.V. over de opzegging van een huurovereenkomst voor een jachthaven bij het Hilton Amsterdam Hotel. De kantonrechter had eerder geoordeeld dat de huurovereenkomst rechtsgeldig was opgezegd en dat Nautic moest ontruimen. Nautic betwistte de kwalificatie van de huurovereenkomst en de geldigheid van de opzegging. Het hof oordeelde dat de huurovereenkomst niet onder de bescherming van de artikelen 7:290 BW e.v. viel, omdat het gehuurde niet als een gebouwde onroerende zaak kon worden gekwalificeerd. Nautic had ook geen recht op de bescherming van artikel 7:230a BW, omdat zij niet binnen de wettelijke termijn had verzocht. Het hof bevestigde de beslissing van de kantonrechter en verklaarde de opzegging rechtsgeldig. Nautic werd veroordeeld in de kosten van het geding in hoger beroep. Het hof oordeelde dat de eisen van redelijkheid en billijkheid de opzegging niet in de weg stonden, gezien de omstandigheden van de zaak, waaronder de vertrouwensbreuk door de handelwijze van Nautic. Het arrest werd uitgesproken op 18 oktober 2022.