2.1.De rechtbank heeft - voor zover in hoger beroep van belang - de volgende feiten vastgesteld:
1. In 2014 en 2015 is eiser gehuwd met [A] en woont in [woonplaats] .
2. Eiser heeft een bouwkundig adviesbureau met de naam [B] als eenmanszaak ingeschreven in het handelsregister. Sinds halverwege 2012 is met deze eenmanszaak geen omzet meer behaald.
Op 9 december 2013 heeft eiser [C] B.V. (de BV) opgericht. Eiser is enig aandeelhouder en directeur van de BV. Er zijn verder geen werknemers in dienst bij de BV.
5. Tot het dossier in de zaak over 2015 behoort een niet-ondertekende versie van het contract (‘service agreement’) dat is overeengekomen tussen [D] SA ( [D] ) [E] en de BV. Het contract ziet op de vijfmaandsperiode van 1 maart 2015 tot en met 31 juli 2015. De overeengekomen arbeidsbeloning bedraagt € 410 per werkdag met een maximum van € 45.100 voor werkzaamheden uit te voeren in [F] als ‘construction manager’. Daarnaast zijn met [D] verschillende kostenvergoedingen overeengekomen.
6. Tot het dossier van de zaak over 2015 behoort een rekeningoverzicht van een rekening van de BV die in 2015 werd aangehouden bij een Nederlandse bank. Op die rekening zijn in de periode van maart tot in november 2015 geldbedragen tot een totaalsom van € 88.043 ontvangen van [D] .
Datum
bedrag in hele €
3-3-2015
6.205
2-4-2015
10.15
5-5-2015
3.379
19-5-2015
9.192
18-6-2015
4.19
3-7-2015
8.415
17-7-2015
5.83
3-8-2015
8.685
18-8-2015
5.625
2-9-2015
4.95
22-9-2015
10.733
2-10-2015
4.715
21-10-2015
5.564
19-11-2015
410
Totaal
88.043
7. In 2015 had eiser de beschikking over een auto van de BV.
8. (…) Op 20 maart 2016 heeft eiser aangifte ib/pvv 2015 gedaan en daarin uitsluitend een UWV-uitkering van € 19.493 opgegeven. Verweerder heeft de aanslagen vastgesteld conform deze aangiften. Er was in beide jaren na verrekening van de ingehouden loonheffingen zo een klein bedrag aan ib/pvv verschuldigd dat het bedrag van de aanslagen op nihil werd vastgesteld.
9. In 2017 heeft verweerder een boekenonderzoek ingesteld bij zowel eiser als bij de BV naar onder meer de door eiser ingediende aangiften ib/pvv over de jaren 2014 en 2015. Het rapport van dat onderzoek is op 30 november 2018 definitief gemaakt (het boekenonderzoek). Bij dat boekenonderzoek is door eiser het arbeidscontract overgelegd en bij het onderzoek naar belastingheffing van de BV is de ‘service agreement’ verstrekt.
10. Naar aanleiding van het boekenonderzoek zijn de onderhavige navorderingsaanslagen en beschikkingen vastgesteld.
15. Ter zake van het jaar 2015 gaat het in beroep om een inkomenscorrectie van € 44.000 vanwege in aanmerking te nemen gebruikelijk loon voor werkzaamheden die eiser voor zijn BV heeft verricht en om de vergrijpboete die door verweerder is opgelegd vanwege het verwijt dat het aan opzet te wijten is dat de aanslag tot een te laag bedrag is vastgesteld.”