ECLI:NL:GHAMS:2022:2722

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
19 september 2022
Publicatiedatum
19 september 2022
Zaaknummer
23-000508-21
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep inzake invoer van ayahuasca thee ten behoeve van gebruik in kerkgenootschap

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 19 september 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland. De verdachte, geboren in 1976, had op 30 december 2020 vanuit Brazilië ruim 16,6 liter ayahuasca-thee ingevoerd, een substantie die dimethyltryptamine (DMT) bevat. De verdachte stelde dat de thee bestemd was voor gebruik binnen een kerkgenootschap dat zij wilde heropenen. Het openbaar ministerie had hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van de politierechter, die de verdachte schuldig had verklaard zonder oplegging van straf of maatregel. Het hof bevestigde het vonnis, behalve ten aanzien van de toepassing van artikel 9a van het Wetboek van Strafrecht, en legde een taakstraf van 80 uren en een voorwaardelijke gevangenisstraf van twee weken op, met een proeftijd van twee jaren. Het hof overwoog dat de invoer van ayahuasca in Nederland strafbaar is en dat de verdachte op de hoogte moest zijn van het invoerverbod. De ernst van de zaak en de gezondheidsrisico's verbonden aan het gebruik van DMT werden zwaar meegewogen in de beslissing. Het hof oordeelde dat de verdachte, ondanks haar intenties, niet kon worden vrijgesteld van straf, gezien de grote hoeveelheid ingevoerde thee en de risico's die dit met zich meebracht.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-000508-21
datum uitspraak: 19 september 2022
TEGENSPRAAK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland van 19 februari 2021 in de strafzaak onder parketnummer 15-328281-20 tegen
[verdachte01],
geboren te [geboorteplaats01] ( [geboorteland01] ) op [geboortedatum01] 1976,
adres: [adres01]

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 5 september 2022 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Het openbaar ministerie heeft hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen de verdachte en de raadsman naar voren hebben gebracht.

Vonnis waarvan beroep

Het hof verenigt zich met het vonnis waarvan beroep en zal dit derhalve bevestigen behalve ten aanzien van de toepassing van artikel 9a van het Wetboek van Strafrecht – in zoverre zal het hof het vonnis vernietigen en opnieuw recht doen.

Oplegging van straffen

De politierechter heeft de verdachte schuldig verklaard zonder oplegging van straf of maatregel.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte in hoger beroep voor het ten laste gelegde zal worden veroordeeld tot een taakstraf van 100 uren, subsidiair 50 dagen hechtenis, en een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van drie maanden, met een proeftijd van twee jaren.
De raadsman van de verdachte heeft bepleit dat aan de verdachte geen straf of maatregel zal worden opgelegd en daartoe onder andere aangevoerd dat met strafoplegging in deze zaak geen redelijk strafrechtelijk doel is gediend.
Het hof heeft in hoger beroep de op te leggen straffen bepaald op grond van de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder dit is begaan en gelet op de persoon van de verdachte. Het hof heeft daarbij in het bijzonder het volgende in beschouwing genomen.
De verdachte heeft op 30 december 2020 vanuit Brazilië flessen met vloeistof met een totaalgewicht van ruim 16,6 kilogram ingevoerd in Nederland. De vloeistof betrof zogeheten ayahuasca-thee, een in Brazilië bereide drank die volgens de verdachte was bestemd voor het gebruik binnen de (opnieuw) te openen kerk [kerk01] , waarin de op Santo Daime geïnspireerde religie wordt beleden. De consumptie van ayahuascathee zou behoren tot het essentiële, heilige sacrament van de erediensten van die religie.
De door de verdachte ingevoerde ayahuascathee bevat dimethyltryptamine, verder afgekort en aangeduid als DMT, welk middel is opgenomen op de bij de Opiumwet behorende lijst I. Op deze lijst staan middelen vermeld, onder meer ter uitvoering van internationale verdragsverplichtingen, die zijn aangemerkt als middelen waarvan is gebleken dat deze het bewustzijn van de mens beïnvloeden en bij gebruik door de mens kunnen leiden tot schade aan diens gezondheid en schade voor de samenleving.
Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) wijst in § 7 en § 48 van zijn arrest ‘Fränklin-Beentjes Ceflu-Luz da Floresta v. Nederland’ (6 mei 2014, appl. nr. 28167/07) op de
known effectsvan DMT:

DMT is a substance that can cause hallucinations if taken internally. When it is consumed in the form of ayahuasca, other possible effects include gastrointestinal reactions, such as nausea and vomiting. There is a possibility of more serious symptoms of acute toxicity, such as hypertension and increased body temperature, a rapid pulse rate and hyperventilation, sensory impairment in the limbs and difficulty walking”.
Het EHRM wijst er in dat arrest eveneens op dat Nederland als verdragspartij bij internationale verdragen is gehouden om het bezit en gebruik van DMT te verbieden (§ 49).
Zoals reeds in het arrest van het hof Amsterdam van 28 februari 2018 (ECLI:NL:GHAMS:2018:688) is beschreven, kan het gebruik van ayahuasca (in het bijzonder) schadelijk zijn voor mensen met psychische problemen, waaronder personen met aanleg voor psychose en schizofrenie, en kan een combinatie van het gebruik van het middel met andere drugs, alcohol, medicatie of bepaalde soorten voedsel én het gebruik daarvan tijdens zwangerschap en bij borstvoeding gevaar opleveren. Daarnaast kunnen ook in de dagen ná het gebruik van ayahuasca nog bijwerkingen optreden.
Hoewel de verdachte de thee (met daarin de DMT) niet met commerciële doeleinden of uit winstbejag heeft ingevoerd, weegt het hof in het nadeel van de verdachte mee dat aan haar handelen een zeker organiserend karakter niet kan worden ontzegd. Zij heeft immers verklaard dat zij die thee in Nederland wilde gebruiken binnen de kerk die
door haarwas opgericht en die zij na drie jaren van sluiting wilde heropenen, alsmede dat zij deze thee verbouwde op een (woon)boerderij in Brazilië die mede op haar naam en die van de kerk stond. Verder is hier voor de strafoplegging sterk van belang dat het om een grote hoeveelheid ayahuascathee ging, te weten ruim 16,6 kilogram.
Dat de invoer van ayahuasca (ook) in Nederland strafbaar is, leidt sinds het arrest van de Hoge Raad van 1 oktober 2019 (ECLI:NL:HR:2019:1456) geen twijfel meer. Het hof acht het, anders dan de raadsman in het kader van de strafoplegging heeft aangevoerd, volstrekt onwaarschijnlijk dat de verdachte op 30 december 2020 niet op de hoogte was van het in Nederland geldende invoerverbod. Nu de consumptie van ayahuascathee klaarblijkelijk onlosmakelijk deel uitmaakt van de rituelen binnen de kerk van de verdachte, moet de (illegale) status van deze thee binnen de sociale context van de geloofsgemeenschap, en zeker voor haar als oprichter van een kerkgenootschap, een prominent punt van aandacht zijn geweest. Het voorgaande geldt temeer nu gebleken is dat de verdachte wist dat (de invoer van) ayahuascathee (met daarin DMT) in Duitsland en België was verboden.
Mede in aanmerking genomen dat de laatste jaren sprake is van een groeiende belangstelling voor het gebruik van ayahuasca, [1] en gezien opgenoemde aan dat gebruik verbonden gezondheidsrisico’s, is het hof, met de advocaat-generaal, maar anders dan de politierechter en de raadsman, van oordeel dat niet kan worden volstaan met een ‘rechterlijk pardon’. Reeds de generale preventie en normbevestiging vormen hier naar het oordeel van het hof legitieme strafdoelen. Dat, zoals de raadsman heeft aangevoerd, de activiteiten van het kerkgenootschap inmiddels zijn beëindigd en de boerderij in Brazilië te koop is gezet, doet daaraan niet af.
Tegelijkertijd vindt het hof oplegging van een relatief lange voorwaardelijke vrijheidsstraf, als in hoger beroep gevorderd, gezien de omstandigheden van dit geval en de straffen die in het recente verleden in soortgelijke zaken zijn opgelegd, te fors. Dit laatste geldt al helemaal voor de in eerste aanleg door de officier van justitie geëiste gevangenisstraf van vijf maanden.
Alles afwegende acht het hof oplegging van een taakstraf van 80 uren en een voorwaardelijke gevangenisstraf van twee weken, met een proeftijd van twee jaren, passend en geboden. De voorwaardelijke straf moet de verdachte, die op de terechtzitting in hoger beroep heeft laten weten er nog altijd van overtuigd te zijn dat ayahuascathee mensen helpt, ervan weerhouden zich voor het einde van de proeftijd wederom schuldig te maken aan een strafbaar feit.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straffen zijn gegrond op de artikelen 2 en 10 van de Opiumwet en de artikelen 9, 14a, 14b, 14c, 22c en 22d van het Wetboek van Strafrecht.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep ten aanzien van de toepassing van artikel 9a van het Wetboek van Strafrecht en doet in zoverre opnieuw recht.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
2 (twee) weken.
Bepaalt dat de gevangenisstraf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Veroordeelt de verdachte tot een
taakstrafvoor de duur van
80 (tachtig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
40 (veertig) dagen hechtenis.
Bevestigt het vonnis waarvan beroep voor het overige.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. W.S. Ludwig, mr. J.J.I. de Jong, en mr. D. Abels, in tegenwoordigheid van mr. P.E. de Wildt, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 19 september 2022.

Voetnoten

1.Vgl. https:// [website01]