Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.FORTE CAPITAL REAL ESTATE B.V.,
1.De zaak in het kort
forward starting swapsafgesloten om het renterisico af te dekken van (toekomstige) financiering van nieuwbouw. Zij beroepen zich primair op dwaling en stellen daartoe dat Rabobank niet heeft voldaan aan haar mededelingsplicht over de alternatieven (een
swaptionen een
cap). Subsidiair stellen Forte c.s. dat Rabobank niet aan de op haar rustende zorgplicht heeft voldaan, door hen onvoldoende over deze alternatieven te informeren of hen in verband daarmee te waarschuwen om te voorkomen dat zij een niet-passend product afnamen. Rabobank beroept zich op verjaring van de op dwaling gegronde vordering en voert aan dat zij heeft voldaan aan haar mededelingsplicht, subsidiair aan haar zorgplicht.
2.Het geding in hoger beroep
3.Feiten
forward starting swapgeoffreerd met 1 januari 2009 als ingangsdatum. De brief waarin dat is gebeurd, luidt voor zover hier van belang als volgt:
om u in algemene zin attent te maken op de mogelijke financiële gevolgen’en vermeldt onder meer het volgende:
Optiecontracten
forward starting swapafgesloten bij Rabobank met een hoofdsom van € 2,5 miljoen en een looptijd van tien jaar, beginnend op
forward starting swapafgesloten bij Rabobank met een variabele hoofdsom, beginnend bij € 4 miljoen, en een looptijd van tien jaar, beginnend op 1 januari 2010 (hierna: derivaat 2). Dit derivaat verving derivaat 1. Forte heeft op 25 juli 2008 een OFD gesloten. Verder heeft Forte op 15 augustus 2008 een TIF ondertekend.
overhedgeaan de orde was. Dit heeft geleid tot herstructurering van dit derivaat en betaling van een vergoeding door Rabobank van
capen de
swaption. Deze brief vermeldt onder meer:
Stuiting verjaring
4.Beoordeling
forward starting swaps(te weten de
swaptionen de
cap) en gebrekkige advisering van Rabobank, door niet te adviseren over deze meer passende alternatieven. Volgens Forte c.s. ontnamen de geoffreerde
forward starting swapshen alle flexibiliteit, in een situatie waarin zij daar juist behoefte aan hadden. Forte c.s. hebben ter zitting in hoger beroep verklaard dat hun vorderingen ertoe strekken te betogen dat Rabobank de volgens Forte c.s. meer passende alternatieven had moeten noemen en adviseren. Forte c.s. stellen dat zij zonder de gestelde dwaling dan wel zorgplichtschending (eerst) een beter passende
swaptionzouden hebben afgesloten. De door hen gevorderde bedragen zijn volgens hun verklaring ter zitting in hoger beroep alleen gebaseerd op dit kernverwijt en gaan uit van benutting van deze alternatieven voor afdekking van het (toekomstig) renterisico van de financiering van de nieuwbouw in plaats van de afgesloten
forward starting swaps.
swaptionof een
cap. In navolging hiervan gaat het hof ervan uit dat de verjaringstermijn is gaan lopen op 18 december 2014. De advocaat van Forte c.s. heeft op 15 december 2016 een stuitingsbrief aan Rabobank gezonden, maar nu de inleidende dagvaarding op 7 februari 2019 en dus meer dan zes maanden na die brief is uitgebracht, is de verjaring van de primaire vordering tot vernietiging op grond van dwaling echter niet gestuit. Daarmee is niet voldaan aan de in art. 3:317 lid 2 BW neergelegde eis dat een schriftelijke aanmaning binnen zes maanden wordt gevolgd door het instellen van de rechtsvordering.
forward starting swapin de IFD-bijlage voldaan aan de op haar rustende informatieverplichting. Het enkele feit dat het gestandaardiseerde informatie betreft, staat daar niet aan in de weg. Dat er alternatieven voorhanden waren, blijkt daaruit voldoende duidelijk en de door Forte c.s. genoemde alternatieven komen voldoende aan bod. De verstrekte informatie is in voldoende begrijpelijk taal gesteld en moet voor een ondernemer zoals [naam 1] voldoende te doorgronden zijn, ook indien (veronderstellenderwijs) ervan wordt uitgegaan dat het complexe producten betreft. Rabobank kon en mocht voorts ervan uitgaan dat Forte c.s. de verstrekte informatie aandachtig en met de nodige oplettendheid zou bestuderen en vragen zou stellen over punten die haar niet duidelijk waren.
forward starting swaps, anders dan de
swaptionen de
cap, niet passend voor hen vanwege de in 2007 en 2008 bestaande onzekerheden rond de ontwikkeling van de nieuwbouw. Voor zover zij hiermee stellen dat Rabobank heeft bewerkstelligd dat zij niet-passende producten afnamen (of dat ten onrechte niet heeft voorkomen of daar ten onrechte niet voor heeft gewaarschuwd), gaat dit betoog niet op. Niet in geschil is dat Forte c.s. zekerheid wensten over de (toekomstige) financieringslasten van de nieuwbouw. Evenmin is in geschil dat Rabobank het afdekken van renterisico niet als voorwaarde voor financiering heeft gesteld. Rabobank heeft aangevoerd dat Forte c.s. de nieuwbouw destijds niet vastrentend kon financieren. Dat impliceert dat de door Forte c.s. gewenste zekerheid over hun (toekomstige) financieringslasten alleen kon worden verkregen door middel van een rentederivaat. Na de gemotiveerde betwisting door Rabobank van de stelling van Forte c.s. dat de
forward starting swapper definitie – dus onder geen enkele omstandigheid – niet passend is om renterisico’s mee af te dekken, hebben Forte c.s. deze stelling niet nader toegelicht. Aan de door Forte c.s. aangeboden bewijslevering wordt dus niet toegekomen. Verder wisten Forte c.s. of moeten zij uit de aan hen verstrekte informatie (zie de offerte van 15 mei 2007) hebben begrepen dat de financieringsovereenkomst en de renteswaps verschillende (zelfstandige) producten betroffen en dat het van belang was dat de startmomenten op elkaar waren afgestemd. Forte c.s. moeten voorts als geen ander op de hoogte zijn geweest van de door hen gestelde onzekerheden rond de nieuwbouw die de
forward starting swapsvolgens hen minder passend maken dan de genoemde alternatieven en als geen ander een afweging hebben kunnen maken over de daadwerkelijke financieringsbehoefte voor de nieuwbouw waarover zij in 2007-2008 met Rabobank sprak.
forward starting swapsalleen al vanwege die onzekerheden – die inherent zijn aan nieuwbouw – niet passend waren, stuit dat ook af op het voorgaande.