ECLI:NL:GHAMS:2022:2636

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
12 juli 2022
Publicatiedatum
8 september 2022
Zaaknummer
23-002328-21
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevestiging vonnis inzake verkrachting, poging doodslag en poging zware mishandeling met TBS-maatregel

In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 12 juli 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Amsterdam van 13 augustus 2021. De verdachte, geboren in 1979 en thans gedetineerd, was eerder vrijgesproken van enkele tenlastegelegde feiten. Het hof verklaarde de verdachte niet-ontvankelijk in het hoger beroep voor zover dit gericht was tegen de vrijspraak. De zaak betreft ernstige strafbare feiten, waaronder verkrachting, poging tot doodslag en poging tot zware mishandeling, gepleegd op 4 oktober 2020 in Amsterdam. De verdachte heeft de slachtoffers onder bedreiging en geweld gedwongen tot seksuele handelingen en heeft geprobeerd een van hen van het leven te beroven. De advocaat-generaal vorderde een gevangenisstraf van zeven jaar en een TBS-maatregel. Het hof bevestigde het vonnis van de rechtbank, maar oordeelde dat de rapportage van het Pieter Baan Centrum niet meer als grondslag voor de TBS-maatregel kon dienen, omdat de verdachte geen instemming had verleend voor het gebruik van deze rapportage. Desondanks kon het hof zich baseren op de rapportage, omdat de verdachte geen medewerking wilde verlenen aan een nieuwe rapportage. Het hof bevestigde de eerdere uitspraak en legde de opgelegde straf en maatregel opnieuw vast.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-002328-21
datum uitspraak: 12 juli 2022
TEGENSPRAAK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Amsterdam van 13 augustus 2021 in de strafzaak onder parketnummer 13-250109-20 tegen
[verdachte01],
geboren te [geboorteplaats01] ( [geboorteland01] ) op [geboortedatum01] 1979,
thans gedetineerd in DC Veldzicht Vreemdelingen te Balkbrug.
Ontvankelijkheid van de verdachte in het hoger beroep
De verdachte is door de rechtbank vrijgesproken van hetgeen aan hem onder 4 primair en subsidiair is tenlastegelegd. Het hoger beroep is door de verdachte onbeperkt ingesteld en is derhalve mede gericht tegen de in eerste aanleg gegeven beslissing tot vrijspraak. Gelet op hetgeen is bepaald in artikel 404, vijfde lid, van het Wetboek van Strafvordering staat voor de verdachte tegen deze beslissing geen hoger beroep open. Het hof zal de verdachte mitsdien niet-ontvankelijk verklaren in het ingestelde hoger beroep, voor zover dat is gericht tegen de in het vonnis waarvan beroep gegeven vrijspraak.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 28 juni 2022 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Namens de verdachte is hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen de verdachte, diens raadsman en de raadsvrouw van de benadeelde partij naar voren hebben gebracht.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte ter zake de feiten 1 primair, 2 primair en 3 subsidiair zal worden veroordeeld tot dezelfde straf en maatregel als door de rechter in eerste aanleg opgelegd.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is – na wijziging van de tenlastelegging ter terechtzitting in hoger beroep en voor zover in hoger beroep aan de orde – ten laste gelegd dat:

1.primairhij op of omstreeks 4 oktober 2020 te Amsterdam, althans in Nederland, door geweld of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid, [slachtoffer01] heeft gedwongen tot het ondergaan van een of meer handelingen die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer01] , te weten:

- zijn vingers en/of penis in en/of tussen en/of tegen de schaamlippen en/of vagina van die [slachtoffer01] heeft gebracht,
en bestaande dat geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die bedreiging met geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) uit:
  • het trappen tegen de voeten en/of benen waardoor die [slachtoffer01] ten val kwam en/of
  • het steken met een mes in de handen en/of
  • hierbij de woorden toe te voegen "hou je bek, ik ben geil, ik wil neuken" en/of
  • die [slachtoffer01] te dwingen mee te werken, en hierbij de woorden toe te voegen "anders zal er iets gebeuren" en/of
  • de legging naar beneden te trekken en/of
  • die [slachtoffer01] op de buik te draaien;

1.subsidiairhij op of omstreeks 4 oktober 2020 te Amsterdam, althans in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om door geweld of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid [slachtoffer01] te dwingen tot het ondergaan van een of meer handelingen die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer01] , door

  • die [slachtoffer01] heeft getrapt tegen de voeten en/of benen waardoor die [slachtoffer01] ten val kwam en/of
  • die [slachtoffer01] in de hand(en) heeft gestoken met een mes en/of
  • hierbij die [slachtoffer01] de woorden heeft toegevoegd: “hou je bek, ik ben geil, ik wil neuken” en/of
  • die [slachtoffer01] heeft gedwongen mee te werken en daarbij de woorden toe te voegen “anders zal er iets gebeuren” en/of
  • de legging van die [slachtoffer01] naar beneden heeft getrokken en/of
  • zijn vingers en/of penis in en/of tegen de vagina van die [slachtoffer01] heeft gebracht en/of
  • die [slachtoffer01] op de buik heeft gedraaid;
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;

2.primairhij op of omstreeks 4 oktober 2020 te Amsterdam, althans in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om [slachtoffer02] opzettelijk van het leven te beroven, door met dat opzet meermalen met een mes, althans een steekwapen, in de handen en/of borstkas en/of nek, althans in het lichaam, van die [slachtoffer02] te steken en/of te snijden terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid, welke vooromschreven poging tot doodslag werd gevolgd, vergezeld en/of voorafgegaan van enig strafbaar feit, te weten de diefstal van een tas, en welke poging tot doodslag werd gepleegd met het oogmerk om de uitvoering van dat feit voor te bereiden, gemakkelijk te maken en/of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf en/of aan andere deelnemers aan dat feit straffeloosheid en/of het bezit van het wederrechtelijk verkregene te verzekeren;

2.subsidiairhij op of omstreeks 4 oktober 2020 te Amsterdam een tas, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander toebehoorde, te weten aan [slachtoffer02] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen welke diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer02] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken, en/of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, door

  • een arm om de nek en/of hals van die [slachtoffer02] te klemmen en/of hierbij de woorden toe te voegen "laat los, laat los" en/of
  • met een mes, althans een steekwapen, te steken en/of te snijden in de handen en/of borstkas en/of nek, althans in het lichaam van die [slachtoffer02] en/of
  • de tas uit de handen van die [slachtoffer02] te rukken en/of trekken,
zulks terwijl het plegen van voormeld feit zwaar lichamelijk letsel voor genoemde [slachtoffer02] , ten gevolge heeft gehad;

3.primairhij op of omstreeks 4 oktober 2020 te Amsterdam, althans in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om door geweld of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid [slachtoffer03] te dwingen tot het ondergaan van een of meer handelingen die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer03] , door haar bij haar beide (boven)armen stevig vast te pakken en/of haar te steken met een mes, althans een steekwapen, in (de richting van/ter hoogte van) de buik, althans het lichaam en/of haar mee te nemen en/of trekken (in de richting van) de bossages, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;

3.subsidiairhij op of omstreeks 4 oktober 2020 te Amsterdam ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan [slachtoffer03] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen met een mes, althans een steekwapen, in (de richting van/ter hoogte van) de buik, althans in het lichaam, te steken, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;

3.meer subsidiairhij op of omstreeks 4 oktober 2020 te Amsterdam [slachtoffer03] heeft mishandeld door haar stevig bij de (boven)armen te pakken en/of met een mes, althans een steekwapen, in (de richting van/ter hoogte van) de buik, althans het lichaam te steken.

Vonnis waarvan beroep
Het hof verenigt zich met het vonnis waarvan beroep en zal dit derhalve bevestigen met dien verstande dat het hof zich hieronder zal uitlaten over de bruikbaarheid van de rapportage van het Pieter Baan Centrum van 7 juni 2021. De omstandigheid dat in hoger beroep de tenlastelegging is gewijzigd staat niet in de weg aan bevestiging, omdat het hof tot dezelfde bewezenverklaring als de rechtbank komt.
Bruikbaarheid van het PBC-rapport
De rechtbank heeft hetgeen in de rapportage van het Pieter Baan Centrum van 7 juni 2021 door deskundigen wordt geconcludeerd ten grondslag gelegd aan haar overweging tot het opleggen van een TBS-maatregel.
Het hof constateert dat de verdachte geen instemming heeft verleend deze rapportage te gebruiken, terwijl instemming met het gebruik op grond van artikel 37a lid 3 van het Wetboek van Strafrecht (hierna: Sr) is vereist nu dit advies eerder dan een jaar voor de aanvang van de terechtzitting is gedagtekend.
Het hof overweegt dat voornoemd rapport aldus in beginsel niet (meer) kan dienen als grondslag voor oplegging van een TBS-maatregel. Echter, de verdachte heeft ter terechtzitting in hoger beroep eveneens verklaard geen medewerking te zullen verlenen aan het laten opstellen van een
nieuwerapportage. Onder die omstandigheid kan het hof zich, mede gelet op het bepaalde in artikel 37a lid 4 Sr, baseren op de PBC-rapportage van 7 juni 2021. Het hof doet dat en neemt de overwegingen en conclusies van de rechtbank ten aanzien van dit rapport over en maakt deze tot de zijne.
BESLISSING
Het hof:
Verklaart de verdachte niet-ontvankelijk in het hoger beroep, voor zover gericht tegen de beslissing ter zake van het onder 4 tenlastegelegde.
Bevestigt het vonnis waarvan beroep met inachtneming van het hiervoor overwogene.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. W.S. Ludwig, mr. F.A. Hartsuiker en mr. A. Dantuma-Hieronymus, in tegenwoordigheid van mr. S. Abelsma, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 12 juli 2022.
mr. A. Dantuma-Hieronymus is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.