ECLI:NL:GHAMS:2022:2596
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake de vaststelling van het ouderschap en de ontvankelijkheid van verzoekers
In deze zaak hebben verzoekers, de broer en vader van de overleden [X], hoger beroep ingesteld tegen een beschikking van de rechtbank Noord-Holland waarin het ouderschap van [X] met betrekking tot de minderjarige [minderjarige] is vastgesteld. De verzoekers stellen dat zij belanghebbenden zijn in de zin van artikel 798 Rv, omdat de beschikking hun rechten en verplichtingen raakt, met name hun recht op family life onder artikel 8 EVRM. Het hof heeft echter geoordeeld dat verzoekers niet als belanghebbenden kunnen worden aangemerkt, omdat zij niet tot de kring van personen behoren die rechtstreeks bij de vaststelling van het ouderschap zijn betrokken, zoals bepaald in artikel 1:207 BW. De verzoekers hebben onvoldoende aangetoond dat er een nauwe persoonlijke relatie bestaat met [minderjarige] die kwalificeert als family life. Het hof concludeert dat de verzoekers niet ontvankelijk zijn in hun hoger beroep en veroordelen hen in de proceskosten van de moeder. De beschikking is op 6 september 2022 uitgesproken.