Uitspraak
Onderzoek van de zaak
Vonnis waarvan beroep
Bewijsoverweging
extreem veel waarschijnlijkerwanneer (de hypothese waar is dat) de huls is verschoten met de aangetroffen Glock, dan wanneer (de hypothese waar is dat) de huls is verschoten met een ander vuurwapen van hetzelfde kaliber en met dezelfde systeemkenmerken als de aangetroffen Glock. Daarnaast heeft een forensisch onderzoeker de ruwe delen van het betreffende pistool bemonsterd op humane biologische gebruikerssporen. Het uit deze bemonstering verkregen DNA-mengprofiel is vergeleken met het DNA-profiel van de verdachte. De resultaten van dit onderzoek zijn zeer veel waarschijnlijker – de op één na grootst mogelijke zeldzaamheid – indien (de hypothese waar is dat) de bemonstering van het spoor DNA bevat van de verdachte en één onbekende niet verwante persoon, dan wanneer (de hypothese waar is dat) de bemonstering van het spoor DNA bevat van twee onbekende, niet verwante personen.
Oplegging van straf en vrijheidsbenemende maatregel
.Deze gang van zaken vindt steun in TCI-informatie, die daarnaast inhoudt dat [naam01] ook wel ‘ [naam01] ’ wordt genoemd (p. 78-79). De verdachte heeft ter terechtzitting in eerste aanleg verklaard dat hij op 23 juni 2021 op het [adres01] ruzie heeft gehad met ene [naam01] . Tegenover de rechter-commissaris heeft de verdachte bovendien verklaard dat dat hij een klap heeft gekregen van de persoon met wie hij die avond ruzie had en dat hij deze persoon, toen hij wegliep, heeft medegedeeld: “Ik kom zo terug”. De eerdergenoemde meldster, die op 27 juni 2021 de politie heeft gebeld, heeft verklaard dat de verdachte die dag stond op te scheppen over wat hij had gedaan, dat hij het geluid van een pistool maakte en deed alsof hij in de lucht schoot. De verdachte riep daarbij dat als iemand iets met hem probeert, dat hij hem pijn terug doet (p. 86-87).
nietop voorhand gemaximeerd is.