Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het geding in hoger beroep
2.Feiten
8. Vordering benadeelde partij en schadevergoedingsmaatregel
10.Beslissing
€ 17.436,76, bestaande uit € 2.436,76 voor de materiële en € 15.000,- voor de immateriële schade, en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 27 november 2015 tot aan de dag der algehele voldoening, aan (…), voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting. Veroordeelt verdachte in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging alsnog te maken.
3.Beoordeling
Niet is gebleken dat geïntimeerde op de voet van artikel 421 lid 4 Sv tijdig hoger beroep heeft ingesteld tegen het strafvonnis, zodat het strafvonnis in kracht van gewijsde is gegaan.