ECLI:NL:GHAMS:2022:2256

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
3 februari 2022
Publicatiedatum
2 augustus 2022
Zaaknummer
23-002762-21
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid in hoger beroep wegens niet handhaven door verdachte

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 3 februari 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep, ingesteld door de verdachte tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 7 oktober 2021. De verdachte, geboren op een onbekende datum en woonachtig op een onbekend adres, heeft aangegeven het hoger beroep niet te willen handhaven. Tijdens de zittingen op 14 december 2021 en 3 februari 2022 heeft het hof kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, die heeft verzocht om de verdachte niet-ontvankelijk te verklaren in zijn hoger beroep.

Het hof heeft vastgesteld dat er geen rechtens te respecteren belang is dat zou pleiten voor een verder onderzoek van de zaak. Gelet op artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, heeft het hof besloten de verdachte niet-ontvankelijk te verklaren in het hoger beroep. De beslissing is genomen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin drie rechters zitting hadden. De uitspraak is gedaan in tegenwoordigheid van de griffier, mr. D. de Jong, en is openbaar uitgesproken op de zitting van 3 februari 2022. Het arrest is niet ondertekend door mr. H. Sytema, die buiten staat was om dit te doen.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-002762-21
datum uitspraak: 3 februari 2022
TEGENSPRAAK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 7 oktober 2021 in de strafzaak onder de parketnummers 13-189999-21 en 15-132493-19 (TUL) tegen
[verdachte],
geboren te [geboortedatum],
adres: [adres]
Namens de verdachte is hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.

Onderzoek ter terechtzitting

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 14 december 2021 en 3 februari 2022.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte niet-ontvankelijk zal worden verklaard in zijn hoger beroep.

Ontvankelijkheid van de verdachte in het hoger beroep

Nu namens de verdachte op voorhand aan het hof ter kennis is gebracht dat hij het hoger beroep niet wenst te handhaven en ook overigens niet gebleken is van enig rechtens te respecteren belang dat is gediend met enig onderzoek van de zaak, zal de verdachte, gehoord de advocaat-generaal, gelet op het bepaalde in artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, niet-ontvankelijk worden verklaard in het namens hem ingestelde hoger beroep.

BESLISSING

Het hof:
Verklaart de verdachte niet-ontvankelijk in het hoger beroep.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. A.M. Kengen, mr. A.M.P. Geelhoed, en mr. H. Sytema, in tegenwoordigheid van
mr. D. de Jong, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 3 februari 2022.
mr. H. Sytema is buiten staat dit arrest te ondertekenen