Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.[appellant 1] ,
[X](hierna: [X] ),
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak gaat het om een geschil tussen appellanten, eigenaren van een agrarisch bedrijf, en het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier (HHNK) over de onderhoudsverplichtingen van waterstaatswerken, zoals dammen en stuwen. De appellanten hebben in hoger beroep beroep ingesteld tegen een vonnis van de rechtbank Noord-Holland, waarin HHNK werd veroordeeld tot vervanging van een stuw, maar andere vorderingen werden afgewezen. De appellanten stellen dat HHNK tekort is geschoten in haar onderhoudsplicht, wat heeft geleid tot wateroverlast op hun percelen. Ze hebben zelf herstelwerkzaamheden uitgevoerd en vorderen nu vergoeding van de kosten hiervan, alsook vervanging van een dam en betaling van kosten voor een inmeting.
Tijdens de mondelinge behandeling hebben beide partijen hun standpunten toegelicht. De rechtbank had eerder geoordeeld dat HHNK verantwoordelijk was voor het onderhoud van de dammen, maar dat het niet meer vast te stellen was of HHNK tekortgeschoten was, omdat de appellanten de werkzaamheden al hadden uitgevoerd. In hoger beroep hebben de appellanten hun vorderingen gewijzigd en stellen zij dat HHNK jarenlang geen onderhoud heeft gepleegd, wat heeft geleid tot ernstige wateroverlast. HHNK betwist dit en stelt dat de appellanten de zaak niet bij de civiele rechter hadden moeten aanhangig maken.
Het hof heeft de appellanten toegelaten tot bewijslevering van hun stelling dat HHNK tekort is geschoten in haar onderhoudsverplichtingen. Het hof heeft de verdere beslissing aangehouden en partijen aangemoedigd om te proberen tot een minnelijke regeling te komen. De zaak is van belang voor de verduidelijking van de verantwoordelijkheden van het hoogheemraadschap ten aanzien van waterstaatswerken en de gevolgen van het niet nakomen van onderhoudsverplichtingen.