Uitspraak
1.STIBBE N.V.,
[geïntimeerde 2],
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 26 juli 2022 uitspraak gedaan in een hoger beroep dat was ingesteld door MARK FOUR ENTERPRISES B.V. (MFE) tegen een vonnis van de rechtbank Amsterdam. MFE had een vordering ingesteld tegen STIBBE N.V. en een andere geïntimeerde. De procedure betrof de vraag of een procesfinancier, aangeduid als [appellante], de schorsing van het geding kon inroepen op basis van een medegedeeld pandrecht. De [appellante] stelde dat zij op grond van dit pandrecht de schorsing kon inroepen en het geding op eigen naam kon hervatten. Het hof oordeelde echter dat de mededeling van het pandrecht niet leidde tot de conclusie dat de betrekkingen waarin MFE het geding voerde, waren opgehouden te bestaan. Het hof concludeerde dat de ingeroepen grond voor schorsing niet toereikend was en dat de procedure op naam van MFE moest worden voortgezet. Het hof verklaarde het arrest uitvoerbaar bij voorraad en hield verdere beslissingen aan. De zaak werd verwezen naar de rol voor het bepalen van een datum voor een mondelinge behandeling.