ECLI:NL:GHAMS:2022:2174
Gerechtshof Amsterdam
- Rekestprocedure
- Rechtspraak.nl
Heropening van het onderzoek naar zorgmachtiging in het kader van voorlopige hechtenis
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 24 mei 2022 uitspraak gedaan in een hoger beroep tegen een beschikking van de rechtbank Amsterdam. Het hoger beroep werd ingesteld door de appellant, die schadevergoeding eiste voor geleden schade als gevolg van zijn voorlopige hechtenis en de opgelegde zorgmachtiging. De rechtbank had eerder het verzoek van de appellant afgewezen, omdat hij op 8 april 2021 was ontslagen van alle rechtsvervolging en de zorgmachtiging als opvolger van de plaatsing in een psychiatrisch ziekenhuis werd gezien. De advocaat van de appellant voerde aan dat de zorgmachtiging te laat was opgelegd en dat de appellant na zijn vrijlating in de daklozenopvang terechtkwam.
De advocaat-generaal adviseerde het hof om het hoger beroep af te wijzen, maar het hof oordeelde dat het onderzoek niet volledig was geweest. Er was een vraag aan de Hoge Raad voorgelegd over de uitleg van het begrip 'maatregel' in relatie tot zorgmachtigingen. Het hof besloot daarom het gesloten onderzoek te heropenen en dit voor onbepaalde tijd te schorsen, in afwachting van de uitspraak van de Hoge Raad. De beschikking werd ondertekend door de voorzitter en de griffier en is openbaar uitgesproken.