ECLI:NL:GHAMS:2022:1590
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Bevestiging vonnis in hoger beroep met betrekking tot beslag in strafzaak
Op 24 maart 2022 heeft het Gerechtshof Amsterdam uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Amsterdam, dat op 25 augustus 2021 was gewezen in de strafzaak met de parketnummers 13-234291-20 en 13-099961-19. De verdachte, geboren in 2001, had hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank. Tijdens de zitting op 10 maart 2022 heeft het hof de vordering van de advocaat-generaal gehoord, die heeft verzocht om bevestiging van het vonnis waarvan beroep. Het hof heeft de argumenten van de raadsman in overweging genomen, maar heeft besloten het vonnis te bevestigen, met uitzondering van de beslissing over het beslag.
Het hof heeft het vonnis waarvan beroep bevestigd, met inachtneming van de overwegingen die tijdens de zitting zijn besproken. Daarnaast heeft het hof een beslissing genomen over het in beslag genomen voorwerp, een plastic zakje, dat nog niet was teruggegeven aan de rechthebbende. Het hof heeft gelast dat dit voorwerp bewaard blijft ten behoeve van de rechthebbende. De uitspraak is gedaan door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof, waarin drie rechters zitting hadden. Mr. M.K. Durdu-Agema was niet in staat om het arrest mede te ondertekenen.