Uitspraak
Onderzoek van de zaak
Vonnis waarvan beroep
[getuige] :
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 13 mei 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Amsterdam van 19 december 2019. De verdachte, geboren in 1973, had hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank. Het hof heeft het vonnis van de rechtbank bevestigd, maar met een aanvulling van de bewijsmiddelen. De advocaat-generaal had gevorderd tot gevangenneming van de verdachte, maar het hof heeft deze vordering afgewezen.
Het hof heeft zich gebaseerd op de Pro Justitia rapportages van drs. [naam 1], klinisch psycholoog, en [naam 2], psychiater, die beide adviseerden om de maatregel van terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege op te leggen. Het hof heeft deze adviezen overgenomen, omdat zij van mening zijn dat deze maatregel noodzakelijk is om recidive te voorkomen en de verdachte in een beveiligde setting te behandelen.
Tijdens de zitting is ook een proces-verbaal van een getuige besproken, waarin werd verklaard dat de verdachte betrokken was bij een brand in zijn appartement. De getuige verklaarde dat het evident was dat de brand was aangestoken, wat werd ondersteund door de gedragingen van de verdachte tijdens het voorval. Het hof heeft de bewijsmiddelen aangevuld en het vonnis van de rechtbank bevestigd, met inachtneming van de overwegingen die in de uitspraak zijn weergegeven.