ECLI:NL:GHAMS:2022:1506
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Wijziging van kinderalimentatie in verband met inkomstenderving door coronapandemie
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 17 mei 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep over de wijziging van de kinderalimentatie. De man, verzoeker in principaal hoger beroep, heeft in 2021 hoger beroep ingesteld tegen een beschikking van de rechtbank Amsterdam van 7 april 2021, waarin werd bepaald dat hij een bijdrage van € 237,- per maand moest betalen voor de kosten van verzorging en opvoeding van hun minderjarige kind. De vrouw, verweerster in principaal hoger beroep, heeft incidenteel hoger beroep ingesteld om het verzoek van de man af te wijzen. De man heeft aangevoerd dat zijn inkomsten door de coronapandemie aanzienlijk zijn gedaald en verzocht om de bijdrage op nihil te stellen.
Het hof heeft vastgesteld dat partijen in hun echtscheidingsconvenant en ouderschapsplan bewust zijn afgeweken van de wettelijke maatstaven voor kinderalimentatie. De man heeft zijn inkomsten in de jaren voor de coronacrisis kunnen aantonen, maar zijn inkomen is in 2020 en 2021 drastisch gedaald. Het hof heeft geoordeeld dat de coronamaatregelen een onvoorziene omstandigheid zijn die de man in een situatie heeft gebracht waarin hij niet meer aan de overeengekomen alimentatie kan voldoen. Het hof heeft de bijdrage voor de kosten van verzorging en opvoeding van het kind herzien en vastgesteld op € 35,- per maand, met terugwerkende kracht vanaf 1 april 2020.
De vrouw heeft betoogd dat de man zijn financiële situatie niet voldoende heeft onderbouwd, maar het hof heeft geoordeeld dat de man in zijn bewijsvoering voldoende heeft aangetoond dat zijn inkomen door de coronamaatregelen is gedaald. De vrouw is niet verplicht om het teveel ontvangen bedrag terug te betalen, omdat zij dit bedrag heeft besteed aan de verzorging van het kind. De beslissing van het hof is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders verzochte is afgewezen.