ECLI:NL:GHAMS:2022:1491
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Bevestiging vonnis en bespreking van de geldigheid van de dagvaarding in hoger beroep
Dit arrest is gewezen door het gerechtshof Amsterdam in hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Noord-Holland, locatie Haarlem, van 6 januari 2020. De zaak betreft de verdachte, geboren in 1968, die in hoger beroep is gegaan tegen het vonnis van de rechtbank. Het hof heeft het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep op 3 mei 2022 gehouden en heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, die heeft verzocht het vonnis te bevestigen. De raadsman van de verdachte heeft betoogd dat de dagvaarding in de zaak met parketnummer 15-014140-18 nietig verklaard moet worden, omdat in de tenlastelegging enkel de naam van een persoon is vermeld zonder initialen, waardoor onduidelijkheid zou bestaan over de identiteit van de beschuldigde. Het hof heeft echter geoordeeld dat de steller van de tenlastelegging duidelijk het oog heeft gehad op de bedoelde persoon en dat de verdediging voldoende op de hoogte was van de tenlastelegging. Het hof heeft het verweer verworpen en het vonnis van de rechtbank bevestigd, met inachtneming van de overwegingen die zijn gemaakt.