ECLI:NL:GHAMS:2022:1491

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
17 mei 2022
Publicatiedatum
18 mei 2022
Zaaknummer
23-000084-21
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevestiging vonnis en bespreking van de geldigheid van de dagvaarding in hoger beroep

Dit arrest is gewezen door het gerechtshof Amsterdam in hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Noord-Holland, locatie Haarlem, van 6 januari 2020. De zaak betreft de verdachte, geboren in 1968, die in hoger beroep is gegaan tegen het vonnis van de rechtbank. Het hof heeft het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep op 3 mei 2022 gehouden en heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, die heeft verzocht het vonnis te bevestigen. De raadsman van de verdachte heeft betoogd dat de dagvaarding in de zaak met parketnummer 15-014140-18 nietig verklaard moet worden, omdat in de tenlastelegging enkel de naam van een persoon is vermeld zonder initialen, waardoor onduidelijkheid zou bestaan over de identiteit van de beschuldigde. Het hof heeft echter geoordeeld dat de steller van de tenlastelegging duidelijk het oog heeft gehad op de bedoelde persoon en dat de verdediging voldoende op de hoogte was van de tenlastelegging. Het hof heeft het verweer verworpen en het vonnis van de rechtbank bevestigd, met inachtneming van de overwegingen die zijn gemaakt.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-000084-21
datum uitspraak: 17 mei 2022
TEGENSPRAAK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Noord-Holland, locatie Haarlem, van 6 januari 2020 in de gevoegde strafzaken onder de parketnummers 15-021796-18 en 15-014140-18 tegen:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] ([geboorteland]) op [geboortedag] 1968,
adres: [adres].

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 3 mei 2022 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Namens de verdachte is hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal – inhoudende dat het hof het vonnis waarvan beroep zal bevestigen – en van hetgeen de verdachte en de raadsman naar voren hebben gebracht.

Vonnis waarvan beroep

Het hof verenigt zich met het vonnis waarvan beroep en zal dit derhalve bevestigen, met dien verstande dat het hof een door de raadsman in hoger beroep gevoerd verweer bespreekt inzake de geldigheid van de dagvaarding.
Bespreking van een in hoger beroep gevoerd verweer
De raadsman heeft ter terechtzitting in hoger beroep bepleit dat de dagvaarding ter zake feit 1 in de zaak met parketnummer 15-014140-18 nietig moet worden verklaard. Hij heeft daartoe aangevoerd dat in de tenlastelegging slechts de naam [naam 1] is vermeld en dat, nu de initialen van die persoon niet daarbij zijn vermeld, niet duidelijk is wie daarmee wordt bedoeld.
Het hof overweegt als volgt. De steller van de tenlastelegging heeft blijkens de inhoud van het dossier kennelijk en onmiskenbaar het oog gehad op [naam 1]. Dat de zoon van die [naam 1], genaamd [naam 2], ten tijde van het tenlastegelegde op de plaats delict aanwezig was, maakt het voorgaande naar het oordeel van het hof niet anders. Ter zitting is gebleken dat de verdediging heeft begrepen wat aan de verdachte is tenlastegelegd en waartegen zij verweer kon voeren. Het verweer wordt verworpen. De verdachte wordt door deze beslissing niet in de verdediging geschaad en deze staat niet in de weg aan bevestiging van het vonnis.
BESLISSING
Het hof:
Bevestigt het vonnis waarvan beroep, met inachtneming van het hiervoor overwogene.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. A.M.P. Geelhoed, mr. C.J. van der Wilt, en mr. D. Abels,
in tegenwoordigheid van mr. W. Albers, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 17 mei 2022.
De griffier is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.
=========================================================================
[…]