ECLI:NL:GHAMS:2022:1490
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen vonnis politierechter inzake mishandeling met beroep op noodweer
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 17 mei 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam, dat op 19 maart 2021 was gewezen. De verdachte, geboren in 1972, was beschuldigd van mishandeling van de benadeelde partij, die op 2 juni 2019 in Amsterdam zou hebben plaatsgevonden. De tenlastelegging omvatte het vastpakken en bijten van de benadeelde. Tijdens de zitting in hoger beroep op 3 mei 2022 heeft het hof de getuigenverklaring van een objectieve getuige in de kapperszaak als cruciaal beschouwd. De verdachte verklaarde dat hij in een nekklem werd vastgehouden door de benadeelde en dat hij in een poging om te ontsnappen in diens kin beet. Het hof oordeelde dat de gedraging van de benadeelde als een wederrechtelijke aanranding kan worden gezien, waardoor de verdachte zich mocht verdedigen. Het hof kwam tot de conclusie dat het beroep op noodweer slaagde, waardoor de tenlastelegging niet wettig en overtuigend kon worden bewezen. Het vonnis van de politierechter werd vernietigd en de verdachte werd vrijgesproken van de beschuldiging. De benadeelde partij werd niet-ontvankelijk verklaard in zijn vordering tot schadevergoeding, aangezien de verdachte niet schuldig was bevonden aan de mishandeling.