ECLI:NL:GHAMS:2022:1468
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake ontbinding huurovereenkomst en ontruiming woning
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen een vonnis van de kantonrechter in een huurgeschil. De kantonrechter had de huurovereenkomst ontbonden omdat de huurder, [appellant], in strijd met zijn verplichtingen niet zijn hoofdverblijf in de gehuurde woning zou hebben. In hoger beroep heeft het Gerechtshof Amsterdam geoordeeld dat de huurder voldoende feitelijke gegevens heeft verstrekt ter motivering van zijn betwisting van de door verhuurder gestelde tekortkoming. Het hof oordeelt dat de verhuurder bij zijn beslissing omtrent bewijslevering ook het subsidiaire verweer van de huurder moet betrekken, dat de gestelde tekortkoming geen ontbinding rechtvaardigt. Het hof wijst op de lange huurperiode van achttien jaar, het feit dat de huurder altijd zijn betalingsverplichtingen is nagekomen en geen overlast heeft veroorzaakt. Bovendien heeft de verhuurder de woning na ontruiming niet opnieuw als sociale huurwoning verhuurd, wat niet goed valt te rijmen met haar stellingen omtrent haar belang bij ontruiming. Het hof laat de verhuurder toe om bewijs te leveren dat de huurder in strijd met zijn contractuele verplichtingen geen hoofdverblijf in de woning had en houdt verdere beslissingen aan.