ECLI:NL:GHAMS:2022:1408
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hennepplanten in sociale huurwoning: ontbinding en ontruiming niet gerechtvaardigd in dit specifieke geval
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 10 mei 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep over de huurovereenkomst tussen [appellant] en [verhuurder]. [appellant] had in de door hem gehuurde woning negen hennepplanten in de badkamer en negen op het balkon gekweekt. [verhuurder] vorderde ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de woning, wat door de kantonrechter werd toegewezen. Echter, het hof oordeelde dat hoewel het kweken van hennepplanten in de woning in beginsel een tekortkoming vormt die ontbinding en ontruiming kan rechtvaardigen, dit in dit specifieke geval niet het geval was.
Het hof overwoog dat [appellant] niet bedrijfsmatig teelde, gezien het gebruik van slechts één groeilamp van 100-125 Watt en het ontbreken van andere op teelt gerichte voorzieningen. Bovendien was er geen bewijs van overlast voor omwonenden of schade aan de woning. De burgemeester had eerder slechts een waarschuwing gegeven en [appellant] was niet strafrechtelijk vervolgd. Het hof nam ook in overweging dat [appellant] al sinds 1986 als goed huurder bekend stond en dat de ontbinding van de huurovereenkomst zou betekenen dat hij jarenlang geen sociale huurwoning zou kunnen krijgen.
Uiteindelijk vernietigde het hof het vonnis van de kantonrechter en wees het de vorderingen van [verhuurder] af, waarbij [verhuurder] werd veroordeeld in de proceskosten van beide instanties. Dit arrest benadrukt de noodzaak om alle omstandigheden van een zaak in samenhang te beschouwen, vooral wanneer het gaat om de belangen van huurders en verhuurders in het kader van de Opiumwet.