Uitspraak
1.de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[B],
[C],
mr. M.C. Schepelkantoorhoudende te Den Haag,
1.de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[E],
mr. H.B. de Regt, kantoorhoudende te Alkmaar,
3.de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
mr. R.J. Bakker, kantoorhoudende te Naarden,
mr. M.C. Schepel, kantoorhoudende te Den Haag,
mr. R.J. Bakker, kantoorhoudende te Naarden.
- [A] als [A] ;
- [B] als [B] ;
- [C] als [C] ;
- [A] , [B] en [C] gezamenlijk als [A] c.s.;
- [D] als [D] ;
- [E] als [E] ;
- [D] en [E] gezamenlijk als [D] c.s.;
- [F] als [F] .
De gedingen in hoger beroep
2.Verdere beoordeling
- In vraag 1 toe te voegen: Kan voor een berekening volgens deze methode (met een voldoende mate van zekerheid) uitgegaan worden van continuïteit van de onderneming van [F] zoals die op de peildatum bestond?
- Een extra vraag toe te voegen: Kunt u in uw rapport aangeven van welke taxaties u bij het berekenen van de waarde gebruik hebt gemaakt en motiveren waarom voor die taxaties is gekozen.
- Houdt u en, zo ja, in welke mate, bij de bepaling van de marktprijs van de aandelen rekening met het feit dat Bloembollenbedrijf, vanwege de debetstanden in rekening-courant ten opzichte van de beide (voormalig) aandeelhouders in de orde van grootte van ongeveer € 1.800.000 en € 1.500.000, feitelijk een substantieel negatief eigen vermogen heeft? Zo neen, waarom niet?
- Is sprake van een negatieve waarde van de aandelen die [A] c.s. hield? En zo ja, in welke mate heeft die negatieve waarde invloed op de prijs van de aandelen? En zo niet, kunt