ECLI:NL:GHAMS:2021:947

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
11 maart 2021
Publicatiedatum
6 april 2021
Zaaknummer
23-002258-19
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak opzetheling en diefstal door onvoldoende betrouwbare herkenning op camerabeelden

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 11 maart 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Amsterdam. De verdachte was aangeklaagd voor meerdere diefstallen en opzetheling, gepleegd in Amsterdam tussen 2017 en 2018. De tenlastelegging omvatte onder andere de diefstal van een horloge, een handtas, en andere goederen, waarbij de verdachte samen met anderen handelde. Tijdens de zittingen in hoger beroep is het hof tot de conclusie gekomen dat de camerabeelden die gebruikt zijn voor de herkenning van de verdachte van onvoldoende kwaliteit waren om een betrouwbare identificatie te waarborgen. Dit leidde tot de vrijspraak van de verdachte voor de feiten die op deze beelden waren gebaseerd. Het hof heeft echter wel vastgesteld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de diefstal van een horloge en andere goederen, en heeft de eerdere veroordeling van de rechtbank vernietigd. De verdachte is uiteindelijk veroordeeld tot een gevangenisstraf van zes maanden, waarbij rekening is gehouden met de tijd die hij al in voorarrest heeft doorgebracht. Daarnaast is er een schadevergoeding toegewezen aan de benadeelde partij voor materiële schade.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-002258-19
datum uitspraak: 11 maart 2021
TEGENSPRAAK (gemachtigd raadsman)
Verkort arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Amsterdam van 31 mei 2019 in de strafzaak onder parketnummer 13-258353-18 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] (Frankrijk) op [geboortedag] 1994,
adres: [adres 1].

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 25 februari 2021 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Namens de verdachte is hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de raadsman naar voren is gebracht.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is tenlastegelegd dat:
1.
hij op of omstreeks 15 december 2018 te Amsterdam tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een horloge van het merk Hublot, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde, te weten aan [slachtoffer 1], heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
2.
hij op of omstreeks 14 december 2018 te Amsterdam tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
- een Hermès (hand)tas en/of
- een portemonnee en/of
- een of meerdere bankpas(sen) en/of
- een of meerdere (auto- en/of huis)sleutels en/of
- een geldbedrag van (in totaal) 310 euro en/of
- make-up en/of
- een ID-kaart,
in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde, te weten aan [slachtoffer 2], heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
3.
hij op of omstreeks 15 december 2018 te Amsterdam, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een of meerdere goed(eren), te weten
- een rugzak en/of
- een laptop en/of
- een of meerdere pasje(s)
heeft verworven, voorhanden gehad en/of overgedragen, terwijl hij en zijn mededader(s) ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed wist(en) dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
3. subsidiair
hij op of omstreeks 15 december 2018 te Amsterdam, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een goed, te weten
- een rugzak en/of
- een laptop en/of
- een of meerdere pasje(s)
heeft verworven, voorhanden gehad en/of overgedragen, terwijl hij en zijn mededader(s) ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed redelijkerwijs had(den) moeten vermoeden dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
4.
hij op of omstreeks 23 maart 2018 te Amsterdam
- een (laptop)tas en/of
- een (HP) laptop en/of
- een (Indiaas) paspoort en/of
- een of meerdere oplader(s),
in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander toebehoorde, te weten aan [benadeelde], heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
5.
hij op of omstreeks 21 oktober 2017 te Amsterdam
- een portefeuille en/of
- een geldbedrag van in totaal 100 euro en/of
- een (Chinese) identiteitskaart en/of
- een verblijfsvergunning en/of
- een of meerdere (Chinese) paspoort(en) en/of
- een (rug)tas en/of
- een studentenkaart en/of
- een sjaal en/of
- een paraplu en/of
- make-up,
in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander toebehoorde, te weten aan [slachtoffer 3], heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.
Vonnis waarvan beroep
Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, omdat het hof tot andere beslissingen ten aanzien van de bewezenverklaring en de strafmaat komt dan de rechtbank.

Vrijspraak

Feit 3 primair en subsidiair
Met de raadsman en anders dan de advocaat-generaal is het hof van oordeel dat uit het procesdossier en het verhandelde ter terechtzitting niet met de voor een bewezenverklaring vereiste mate van zekerheid kan worden vastgesteld dat de verdachte tezamen met een medeverdachte goederen voorhanden heeft gehad waarvan hij ten tijde van het verwerven dan wel verkrijgen wist dan redelijkerwijs wel had moeten vermoeden dat deze door misdrijf waren verkregen, om welke reden het hof de verdachte hiervan zal vrijspreken. Het enkele feit dat deze goederen zijn aangetroffen in een kamer in een hostel waar de verdachte verbleef is daartoe onvoldoende, ook wanneer daarbij in ogenschouw wordt genomen dat de verdachte deze kamer deelde met een persoon ten aanzien van wie de verdenking was gerezen dat hij zich samen met verdachte schuldig maakte aan het bestelen van anderen in Amsterdam.
Feit 5
Uit het procesdossier en het verhandelde ter terechtzitting blijken de volgende feiten en omstandigheden. Op 21 oktober 2017 heeft slachtoffer [slachtoffer 3] aangifte gedaan van diefstal van een tas met inhoud in een restaurant aan de [adres 2]. Op 15 december 2018 heeft verbalisant [verbalisant] de verdachte aangehouden als verdachte van betrokkenheid bij het onder 1 ten laste gelegde feit, dat op 15 december 2018 is gepleegd. Na deze aanhouding heeft verbalisant [verbalisant] de camerabeelden van de diefstal op 21 oktober 2017 bekeken en de verdachte op deze beelden herkend. Het hof stelt vast dat zich in het procesdossier (pagina’s 46 tot en met 50) enkel een aantal
screenshotsvan deze beelden bevinden. Met de raadsman is het hof van oordeel dat deze
screenshotsvan een dusdanige slechte kwaliteit zijn dat er een gerede kans is dat een herkenning op basis van deze beelden niet betrouwbaar is. Daarmee komt het hof tot het oordeel dat de verdachte bij gebrek aan ander wettig en overtuigend bewijs van de hem ten laste gelegde diefstal op 21 oktober 2017 zal dienen te worden vrijgesproken.

Bewijsoverweging

Feit 4
Verbalisant [verbalisant] heeft camerabeelden bekeken die gerelateerd zijn aan dit feit, en de verdachte op deze beelden herkend. Het hof stelt vast dat deze camerabeelden van een zodanig goede kwaliteit zijn dat een herkenning op basis daarvan kan plaatsvinden. De herkenning van de verdachte op deze beelden acht het hof daarom betrouwbaar.

Bewezenverklaring

Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1, 2 en 4 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
1.
hij op 15 december 2018 te Amsterdam tezamen en in vereniging met een ander een horloge van het merk Hublot dat aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader toebehoorde, heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
2.
hij op 14 december 2018 te Amsterdam tezamen en in vereniging met een ander,
een Hermès (hand)tas en
een portemonnee en
meerdere bankpassen en
meerdere auto- en huissleutels en
een geldbedrag van 310 euro en
make-up en
een ID-kaart,
die aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader toebehoorden, te weten aan [slachtoffer 2], heeft weggenomen met het oogmerk om deze zich wederrechtelijk toe te eigenen;
4.
hij op 23 maart 2018 te Amsterdam
een laptoptas en
een HP laptop en
een Indiaas paspoort en
meerdere opladers,
die aan een ander toebehoorden, te weten aan [benadeelde], heeft weggenomen met het oogmerk om deze zich wederrechtelijk toe te eigenen.
Hetgeen onder 1, 2 en 4 meer of anders is tenlastegelegd, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
Het bewezenverklaarde is gegrond op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat, zoals deze na het eventueel instellen van beroep in cassatie zullen worden opgenomen in de op te maken aanvulling op dit arrest.

Strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Geen omstandigheid is aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het onder 1, 2 en 4 bewezenverklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het onder 1 en 2 bewezenverklaarde levert op:
diefstal door twee of meer verenigde personen, meermalen gepleegd.
Het onder 4 bewezenverklaarde levert op:
diefstal.

Strafbaarheid van de verdachte

Geen omstandigheid is aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte ten aanzien van het onder 1, 2 en 4 bewezenverklaarde uitsluit, zodat de verdachte strafbaar is.

Oplegging van straf

De rechtbank Amsterdam heeft de verdachte voor het in eerste aanleg bewezenverklaarde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van negen maanden met aftrek van voorarrest.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof het vonnis waarvan beroep zal bevestigen.
De raadsman heeft het hof ter terechtzitting in hoger beroep verzocht bij de straftoemeting rekening te houden met het feit dat de verdachte al vijfenzestig dagen in voorarrest heeft gezeten, de feiten inmiddels van enige tijd geleden zijn en de verdachte sindsdien niet opnieuw met politie en justitie in aanraking is gekomen. De raadsman heeft bepleit te volstaan met het opleggen van een gevangenisstraf gelijk aan de duur van het voorarrest.
Het hof heeft in hoger beroep de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en gelet op de persoon van de verdachte. Het hof heeft daarbij in het bijzonder het volgende in beschouwing genomen.
Door te handelen als bewezen verklaard heeft de verdachte zich binnen een tijdsbestek van 9 maanden schuldig gemaakt aan een drietal vermogensdelicten. Op 23 maart 2018 heeft de verdachte een laptoptas met inhoud weggenomen in het [hotel] hotel in Amsterdam, op 14 december 2018 heeft de verdachte, opnieuw in het [hotel] hotel te Amsterdam, tezamen met een medeverdachte een tas met inhoud weggenomen en slechts een dag later, op 15 december 2018 heeft de verdachte, in vereniging, in de binnenstad van Amsterdam, met een bekende zakkenrollerstruc, een zeer kostbaar horloge weggenomen.
De verdachte heeft door aldus te handelen niet alleen het eigendomsrecht van de slachtoffers geschonden, ook heeft hij bijgedragen aan gevoelens van onveiligheid in de maatschappij.
Nu het hof minder feiten bewezen acht dan de rechtbank in eerste aanleg komt het hof tot een lagere straf dan door de rechtbank opgelegd en door de advocaat-generaal gevorderd.
Het hof acht, alles afwegende, een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van na te melden duur passend en geboden.
In hetgeen de raadsman heeft bepleit ziet het hof, gelet op de ernst en de hoeveelheid van de bewezen verklaarde feiten, geen aanleiding te volstaan met een gevangenisstraf gelijk aan de duur van het voorarrest.

Vordering van de benadeelde partij [benadeelde]

De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt € 2.500,00 (€ 1.500,00 voor materiële schade en € 1.000,00 voor immateriële schade). De vordering is bij het vonnis waarvan beroep toegewezen tot een bedrag van
€ 400,00 voor materiële schade en voor het overige niet-ontvankelijk verklaard. De benadeelde partij heeft zich in hoger beroep niet opnieuw gevoegd. Het hof heeft in hoger beroep te oordelen over de gevorderde schadevergoeding voor zover deze in eerste aanleg is toegewezen.
Uit het onderzoek ter terechtzitting is voldoende gebleken dat de benadeelde partij als gevolg van het onder 4 bewezenverklaarde handelen van de verdachte rechtstreeks schade heeft geleden. De verdachte is tot vergoeding van die schade gehouden zodat de vordering zal worden toegewezen.
Het hof zal de schadevergoedingsmaatregel opleggen op de hierna te noemen wijze om te bevorderen dat de schade door de verdachte wordt vergoed.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straf is gegrond op de artikelen 36f, 57, 310 en 311 van het Wetboek van Strafrecht.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het onder 3 primair, 3 subsidiair en 5 tenlastegelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het onder 1, 2 en 4 tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 1, 2 en 4 bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
6 (zes) maanden.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Gelast de
teruggaveaan de verdachte van het in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerp, te weten:
1 stk horloge (invicta) goednummer 5679149.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde]
Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [benadeelde] ter zake van het onder 4 bewezenverklaarde tot het bedrag van
€ 400,00 (vierhonderd euro) ter zake van materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Veroordeelt de verdachte in de door de benadeelde partij gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Legt aan de verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [benadeelde], ter zake van het onder 4 bewezenverklaarde een bedrag te betalen van € 400,00 (vierhonderd euro) als vergoeding voor materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Bepaalt de duur van de gijzeling op ten hoogste 8 (acht) dagen. Toepassing van die gijzeling heft de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet op.
Bepaalt dat indien en voor zover de verdachte aan een van beide betalingsverplichtingen heeft voldaan, de andere vervalt.
Bepaalt de aanvangsdatum van de wettelijke rente voor de materiële schade op 23 maart 2018.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. C.J. van der Wilt, mr. A.M.P. Geelhoed en mr. A.M.A. Keulen, in tegenwoordigheid van mr. A.M. van Tilburg, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 11 maart 2021.
De oudste en de jongste raadsheer zijn buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.
=========================================================================
[…]