ECLI:NL:GHAMS:2021:4483
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid in hoger beroep wegens te late indiening
Op 1 december 2021 vond de terechtzitting plaats in de enkelvoudige strafkamer van het Gerechtshof Amsterdam. De verdachte, geboren in 1960, was aanwezig en werd geconfronteerd met de vraag of hij ontvankelijk was in zijn hoger beroep. De advocaat-generaal, mr. P. Everaars, stelde dat de verdachte niet binnen de wettelijk voorgeschreven termijn van veertien dagen na de uitspraak van de politierechter in eerste aanleg hoger beroep had ingesteld. De verdachte had op 29 april 2021 een veroordeling gekregen, maar had pas op 14 juli 2021 hoger beroep ingesteld. De raadsheer legde uit dat de dagvaarding op 19 april 2021 in persoon was betekend, maar dat de verdachte had geweigerd deze in ontvangst te nemen. Dit betekende dat hij op de hoogte was van de zitting en de termijn voor hoger beroep. De raadsheer onderbrak het onderzoek voor beraad en sprak vervolgens het arrest uit. Het hof verklaarde de verdachte niet-ontvankelijk in het hoger beroep, met de mogelijkheid om binnen veertien dagen in cassatie te gaan bij de Hoge Raad.