Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
geïntimeerde in incidenteel appel,
appellant in incidenteel appel,
1.Het geding in hoger beroep
2.Feiten
“
1.1. Bestuurder en COR voeren overleg over alle arbeidsvoorwaarden en regelingen bij Atos Origin. De COR kan ten behoeve van dit overleg uit zijn middelen een commissie instellen.
JubileumregelingWerkgever kent het 25- en 40-jarig dienstjubileum. Een dienstjubileum wordt bepaald door de duur van het dienstverband, voor het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd. (…)Bij het bereiken van een 25- en 40-jarig dienstjubileum, geldt dat medewerker 1 dag respectievelijk 2 dagen betaald verzuim (…) eenmalig mag opnemen.De jubileumregeling bedraagt bij:• een 25-jarig dienstjubileum één maandsalaris netto• een 40-jarig dienstjubileum één maandsalaris netto.”
“De Bestuurder en de COR onderzoeken nu of er mogelijkheid is om verder te praten over het afschaffen van de jubileumuitkering en een andere bestemming van de gereserveerde gelden of een flexibele oplossing. Genoemd door de COR wordt o.a. het creëren van een persoonlijk opleidingsbudget. VPHR geeft evenwel aan dat hij op korte termijn geen oplossingen ziet. De bestuurder wil deze discussie graag in een breder overleg over arbeidsvoorwaarden betrekken, zoals mobiliteit, etc. en de arbeidsvoorwaarden marktconform maken. De COR geeft aan het dossier in een apart overleg voorafgaand aan de AVW behandeld te willen zien. Immers is het een lopend instemmingstraject. (…)”
“Bevestigd wordt dat is afgesproken om de impasse rondom de versobering van de jubileumuitkering als een opzichzelfstaand onderwerp in een commissie te bespreken, en te zoeken naar een oplossing voor 1 juni 2017, los van de AVW-onderhandeling. De Bestuurder geeft aan dat dit misschien kan werken. (…)”
“HR is nog steeds in gesprek met de COR-commissie. Woensdag 27-09-17 is door HR aan de COR-commissie een voorbeeldberekening voorgelegd. De gesprekken lijken mogelijkheden te bieden om tot elkaar te komen, maar de COR geeft aan zich nog niet te kunnen vinden in het huidige voorstel omdat het onvoldoende tegemoet komt aan de uitgangspunten van de COR. De COR wil de rechten die medewerkers hebben opgebouwd volledig terugzien en dat is in het huidige voorstel niet het geval. (…) VPHR laat weten dat als de volledig opgebouwde rechten van medewerkers in een oplossing worden meegenomen, de uitgaven dan mogelijk in eerste instantie erg zullen stijgen. Het geld moet dan onmiddellijk beschikbaar zijn en dat is een probleem. De COR vraagt de bestuurder te communiceren over het uit te voeren besluit per 1 oktober 2017. VPHR geeft aan hierop terug te komen.”
3.Beoordeling
grieven 1, 2 en 3in incidenteel appel bestrijdt de COR het oordeel van de kantonrechter dat het voorgenomen besluit tot wijziging van de jubileumregeling niet onder het instemmingsrecht van artikel 27 WOR valt. Volgens de COR moet dit besluit worden aangemerkt als een besluit tot vaststelling, wijziging of intrekking van een belonings- of een functiewaarderingssysteem als bedoeld in artikel 27 lid 1 sub c WOR, zodat de instemming van de COR is vereist. Weliswaar heeft het instemmingsrecht van artikel 27 WOR geen betrekking op primaire arbeidsvoorwaarden, maar die uitzondering moet beperkt worden opgevat. Met het voorgenomen wijzigingsbesluit wordt niet alleen de hoogte maar ook de systematiek van het salaris veranderd, aangezien niet alle medewerkers van Atos worden geraakt door de beoogde aanpassing, maar enkel de jubilarissen. Bovendien krijgen deze medewerkers in plaats van het extra maandsalaris een individueel opleidingsbudget. Volgens de COR moet het voorgenomen besluit ook worden aangemerkt als een besluit tot vaststelling, wijziging of intrekking van een regeling op het gebied van personeelsopleiding als bedoeld in artikel 27 lid 1 sub f WOR, zodat de instemming van de COR ook op deze grond is vereist. Tot slot stelt de COR dat Atos bij herhaling uitdrukkelijk en zonder enig voorbehoud om instemming met het besluit tot wijziging van de jubileumregeling heeft verzocht, zodat daarmee gelet op artikel 32 WOR een instemmingsrecht in het leven is geroepen.
grieven 1, 2 en 3in incidenteel appel falen op grond van het hierboven overwogene. Het verzoek van de COR in incidenteel appel om voor recht te verklaren dat het besluit tot wijziging van de jubileumregeling een besluit is als bedoeld in artikel 27 lid 1 sub c en/of sub f WOR en dat dit besluit nietig is vanwege het ontbreken van de instemming van de COR en het beroep dat de COR tijdig op de nietigheid ervan heeft gedaan, wordt om dezelfde redenen afgewezen. Het spiegelbeeldige verzoek van Atos in principaal appel om een verklaring voor recht dat het desbetreffende besluit geen besluit is in de zin van dit artikel en dat de COR ten onrechte een beroep op de nietigheid ervan heeft gedaan, wordt toegewezen.
grief 1in principaal appel betoogt Atos dat de kantonrechter de afspraken en systematiek van de onder 2.2 aangehaalde ondernemingsovereenkomst onjuist heeft uitgelegd. Atos stelt dat het besluit tot wijziging van de jubileumregeling tijdens een regulier arbeidsvoorwaardenoverleg is voorgelegd aan de COR. Het streven van partijen was daarbij gericht op het bereiken van consensus en het uitgebreide overlegtraject heeft uiteindelijk geleid tot een getrapte overeenstemming. Volgens Atos brengt een redelijke uitleg van de artikelen 1.3 tot en met 1.9 van de ondernemingsovereenkomst evenwel met zich dat er geen onderscheid bestaat tussen de procedure van een tijdens een regulier arbeidsvoorwaardenoverleg voorgestelde wijziging en de procedure van een tussentijdse wijziging; in beide gevallen is geen instemming van de COR vereist. Artikel 1.3 van de ondernemingsovereenkomst vereist weliswaar overeenstemming bij tussentijdse wijzigingen, maar als die overeenstemming er niet is kan Atos blijkens artikel 4.8 uiteindelijk eenzijdig het wijzigingsbesluit nemen nadat een eventuele bemiddeling door de bemiddelingscommissie niet is gelukt. Dit betekent dat het Atos - volgens haar stelling - uiteindelijk vrijstaat om het besluit eenzijdig te nemen, ook indien geen overeenstemming met de COR zou zijn bereikt en dus ongeacht of sprake is van een voorgestelde wijziging in het reguliere arbeidsvoorwaardenoverleg of tussentijdse wijziging.
grief 1in principaal appel slaagt. Het verzoek van Atos om de COR te gebieden medewerking te verlenen aan de tenuitvoerlegging van het besluit tot wijziging van de jubileumregeling wordt dan ook toegewezen. Aan deze veroordeling zal niet als prikkel tot nakoming een dwangsom worden verbonden, zoals door Atos is verzocht, aangezien het hof geen aanleiding ziet om aan te nemen dat de COR zich niet aan het oordeel van het hof zal conformeren. Doordat grief 1 in principaal appel slaagt, heeft Atos geen belang meer bij een behandeling van de
grieven 2 tot en met 4in principaal appel.
grief 5in principaal appel betoogt Atos dat de kantonrechter artikel 20 WOR onjuist heeft uitgelegd althans verkeerd heeft toegepast. Volgens Atos heeft de kantonrechter ten onrechte geconcludeerd dat de belangen van Atos bij geheimhouding niet zwaarder wegen dan de belangen van de COR om de e-mail van 22 juni 2018 en de brief van 20 juni 2018 van de COR met de bijgevoegde documenten met zijn achterban te mogen delen en dat Atos geen geheimhouding heeft kunnen opleggen ten aanzien van deze correspondentie.